kozijn beschadigd, paneel vernield

Toen ik 's morgens de voordeur van des nomades verblijf van het slot wilde doen, hoefde dat al niet meer: een deurpaneel was zo beschadigd (half naar binnen geslagen of getrapt), dat iemand erdoorheen de deur open had kunnen maken. Een blik achter het gordijn onthulde een grote lege plek: de bak en de oprijplaten waren verdwenen, enkel de hijskabels hingen er nog.

In de kast bleek geen fiets meer te hangen; de kar en het grootste deel van de taaldrukspullen waren er nog wel. Maar de takel zal nooit meer gebruikt worden: de hijskabel was doorgeknipt en het kabel bot verknipt, rijplaten verdwenentakelmechaniek was opengebroken (het breken ging waar­schijnlijk aan het knippen vooraf).

Volgens de snel aanwezige rechercheur waren de achterdeur en de poort ook behoorlijk beschadigd, zodat de zaak het etiket "diefstal met braak" kreeg, wat fijn was voor de verzekeringen, want die mochten me nu zonder problemen de geleden schade vergoeden (alleen financieel helaas, maar alle beetjes helpen).

Vóór er iemand echter het politierapport had kunnen vergelijken met de polis, had ik al een nieuwe bakfiets besteld, met wonderlijk motorwiel deze keer, want de volledig bepakte bak fietsen was eigenlijk iets te zwaar voor m'n beenspieren, ik ben namelijk geen twintig meer (werd me van verschillende kanten en herhaaldelijk voorgehouden, dus dat zal de reden wel zijn).


Ergens aan het eind van de vorige alinea werd ik bezweet wakker - verbaasd ook dat geen
van de huisgenoten iets gehoord had (de deur bleek nog heel, maar die foto dan?) - dat
de kar erg zwaar is, bleef door m'n hoofd spoken - en ik bedacht het volgende:
 

Van het gewicht van de volgeladen bak kan ik vast wel iets afhalen: als ik in plaats van de kar twee bovenkanten en twee kopse kanten meeneem (en misschien ook nog van lichter materiaal), scheelt dat al heel wat: vier karwieltjes, het stalen geraamte en twee lange zijkanten minder. Die vier platen moeten dan wel elk voorzien worden van scharnieren en opklappootjes, maar de twee kipli's ® kunnen thuisblijven. Dat levert vier tafels op (twee van 100 x 80 cm en twee van 65 x 80 in plaats van alleen het lange blad van de huidige kar van ongeveer 270 x 70).
De grote tafels kunnen elk vier limografen aan (de kar maximaal zes) en de kleine tafels worden neergezet, waar ze nodig zijn. Of ik koppel een lange en een korte plaat aan elkaar (die hebben samen dan maar drie pootstellen nodig), waardoor er twee werktafels van 165 x 80 cm ontstaan - of misschien kunnen ze wel allemaal aan elkaar, dat wordt een stevig eind om omheen te lopen: 330 x 80 cm, maar levert verder geen winst op van uitgespaarde poten - als ik die klappoten ín de ruimte tussen de bladen op de bakfiets wil opbergen, worden ze óf erg smal, óf tamelijk zwak en zwaarder (met extra scharnieren), en aangezien dat geen stabiele werktafels oplevert, laat ik die ideeën maar wegdrijven - het eindresultaat zal een bakfiets zijn met meer opgezet volume.

Er is verder nog een goed passend dekzeil en/of licht deksel nodig voor de geladen bakfiets, om hemelwater gescheiden te houden van werkmateriaal. Misschien kan ik van dat deksel ook nog wel een (lichtere) werktafel met klappoten maken (komt er nog eens zo'n 100 x 75 bij), hoewel, laat ik daar nog maar even mee wachten. Voor het werken in al te vochtige buitenlucht kan een simpele party-tent (met zijwanden) van 3 x 6 meter dienst doen - alsof taaldrukken op zich al geen feest is, gaan we het ook nog in een vakantie-omgeving doen (alleen zijn die tenten zo verduiveld zwaar).

De kar wordt natuurlijk niet gesloopt of afgedankt, want soms is de afstand tussen bezemkast en klant te groot om enigszins fietsbaar te zijn; dan gaan de spullen in de kar en laten kar en ik ons (erg ontspannend voor mij) transporteren.


* gebrek aan opbergruimte en een andere verpakking van de taaldrukmaterialen hebben er echter
ongeveer een jaar na het schrijven van deze pagina (de eerste versie daarvan hield het na de zin
met "transporteren" hierboven voor gezien) toe geleid dat de kar wél uit elkaar werd gehaald ... *

 

Er kwamen nog wat andere verlichtende gedachten in me op: waarom zou ik een limograafplek inleveren voor de pinnenplank (verzamelplaats voor rollen en rollertjes) als ik kon volstaan met het langer (breder is misschien een beter woord) maken van het scharnierende latje tussen twee van die werkstations (het zou me vervolgens zo'n tien minuten minder opstel- en afbreektijd extra opleve­ren als ik daarnaast dan ook nog eens gebruik maakte van ínvallende slotbouten in plaats van de huidige met dubbele moeren en revetten vastgeschroefde draadeinden).

Overigens, als ik geen kar omhoog hoef te duwen of trekken, is een oprijlaan op dat moment ook niet echt nodig en kan die vervangen worden door een vast schot (met een beugeltje voor een of meer koplampen) - hoeveel kilo fietsplezier zal dat weer schelen? (zal ik het verklappen? - ruim tien kilo)

Nu ik het daar toch over heb: Mijn fietsplezier is met sprongen toegenomen sinds het achterwiel van de bakfiets van trapondersteuning voorzien is, je weet wel, zo'n elektriek motorgeval dat met je meetrapt, waardoor de bergen in het nederlandse landschap lachend bedwongen kunnen worden en je weer volop van de schitterende omgeving kunt genieten in plaats van pompend en puffend met van het zweet brandende ogen konstant te moeten vechten met het onder je voortkruipende weg­dek, brrr, blij dat dat voorbij is - ja, het is vanwege de herhaaldelijk op te laden akku wel iets minder milieuvriendelijk dan louter lichaamskracht, maar daar staat tegenover dat ik nu ook wat grotere afstanden zélf afleg, daar hoeft dan weer geen bus (twee keer) voor op en neer te rijden.