Ondanks dat de regen de straatstenen in vuistgrote luchtbellen uit het wegdek sloeg, kwamen er toch zo'n vijftig kinderen naar de bieb om daar net zo stevig in de weer te gaan.

Op 1 oktober 2008 opende de jeugdafdeling van de openbare bibliotheek Tilburg-centrum de kbw met een poëtische stempelaktiviteit voor kinderen van (zo ongeveer) 7 tot 10 jaar, maar de slinks door hen meegebrachte ouders, tantes, oma's en buurtgenoten, en (niet te vergeten) nog niet geletterde kleuters waren net zo welkom - enkelen van de oudere groep kwamen erachter dat ze kreatiever waren dan ze gedacht hadden (kinderen staan daar gelukkig niet zo bij stil) - zo zie je maar, meedoen levert altijd wat op (en het hoeven niet eens vlekken in je kleren te zijn - wel even de mouwen omhoog graag).

Hieronder wat voorbeelden van beelddichten (met veel en bijna zonder plaatjes) - als je er niet achter kunt komen, wat de nijvere stempelaars (meisjes/jongens) bedoelen, laat dan je muis even rusten op de afbeelding (daardoor komt er, als het goed is, een inhoudelijke tekst tevoorschijn).
 

feestvreugde
Ter (hopelijke) verhoging van de feestvreugde had ik wat tilburgse uitspraken in dichtvorm op papier gezet (echte tilboëzie dus) - de linker heeft wél de vorm van een 'elfje' (vijf regels; 1e regel één woord, 2e regel twee woorden, 3e regel drie, 4e regel vier en de laatste regel weer één woord, eh, tel ze maar op, juist), maar níét de inhoudelijke opbouw - de rechter ziet eruit als een 'kop-en-schotel' (zes regels, met achtereenvolgens vijf, vier, drie, twee, één en zes woorden, daarom wordt zo'n geval héél af en toe ook '21-je' genoemd), en ook voor dit dichtwerk geldt dat de vorm wél, maar de inhoudelijke opbouw níét klopt - beide produkten kunnen worden gelezen als een dialoog (let op de kleurtjes voor de persoonswisselingen) of als een monoloog (in dat geval zijn de kleurtjes voor de sier). Het zou je op kunnen vallen, dat ik de afspraken die gemeenlijk omschrijven wat een woord is, overtreed, zowel (enigszins) in het linker als (heel wat groffer) in het rechter verdichtsel.


jè,
jao war,
dè  wèl  dè,
dè za'k oe vertèlle ...
gaopert!

 

witte  wè'k  náá  gezien  hèp?
ge gaoge't vàst vertèlle ...
wilde't nie heure?
ikke nie,
nèè!

ze  hè'n  oe  fiets  nèt  gejat.

 

Hierboven staat gewoon weer een dubbel bewijs, dat tilburgs de kortste taal van nederland is (de reden waarom tilbo's ook rustig van die lange slepende klanken gebruiken, want ondanks dat worden ze door anderen niet ingehaald), maar goed, dat hoefde ik jullie natuurlijk niet te vertellen.

Bovenstaande poëtische dialogen komen overigens uit de (nog niet in druk verschenen) bundel: "tilboëzie vur krèùke en aander meense", ondertitel: "zèn die d'r dan?" (in algemeen nederlands zou dat zijn: "tilboëzie voor kruiken [=tilburgers] en andere mensen / bestaan die dan?") - bij het verschijnen van de gedrukte versie zal ik daarvan hier een mededeling doen (nu mag je stiekem al wel even wat meer lezen).