Eigenlijk: samenstellen van de legger. De dikte van de legger is afhankelijk van de benodigde drukspanning. Er wordt onderscheid gemaakt tussen harde, normale en zachte leggers.
Zachte leggers worden gebruikt voor drukvormen die ongelijkmatig uitdrukken (in dit soort legger zit namelijk voldoende vering om zich aan de hoogteverschillen aan te passen). Nadelen van een zachte legger: sterke moetvorming en onscherpe afdruk, waardoor zwaarder pikeersel en logisch toestel nodig zijn, en grotere slijtage van de drukvorm.
Harde leggers geven een scherpe afdruk omdat de vorm minder in de legger kan drukken. Dat maakt de legger geschikt voor nieuw vormmateriaal, lijnclichés en stypen op metalen voet. Nadelen: er moet meer toestel op de moet komen, omdat hoogteverschillen in de drukvorm, en maatafwijkingen tussen drukfundament en degel (of drukcilinder) duidelijker uitkomen door het geringe aanpassingsvermogen van de legger.
De ideale legger is hard èn veerkrachtig. Dit is soms te bereiken door onder in de legger een rubberdoek aan te brengen. Verder is de leggerkeuze afhankelijk van de aard en de kwaliteit van de drukvorm, de struktuur van het papier dat bedrukt moet worden (oplage-papier), en het drukvermogen van de degel- of cilinderpers.