Woorden van tussenruimte voorzien, dat wil zeggen tussen de letters van een woord spaties aanbrengen (dit heet aanspatiëren); het tegendeel, afspatiëren, is dan ook weer mogelijk.
Opvullen: Het op maat brengen van gezette regels, (waar geen woord meer bij kan)
door tussen de woorden extra spaties aan te brengen (dit heet 'uitvullen', 'uitdrijven', ook wel 'uitlijnen' genoemd) dit vermeerderen van wit doe je van voren af;
als door de spaties tussen de woorden te verkleinen het mogelijk is nog wel een woord op de regel te krijgen kan dat natuurlijk ook (dit heet 'krimpen' of 'inwinnen') dit verminderen van wit gebeurt van achter af;
door achter het laatste woord de regel vol te zetten met spaties, vierkanten enzovoort.
Er was ooit een gezegde: "eerder inwinnen dan uitdrijven", om van een stuk compact schrift (compres, platte tekst) een geheel te maken zonder ontsierende witte vlakken. De regel dat tussen twee woorden een pasje gezet moest worden, werd aangepast: Smalle lettertypes worden gespatieerd met twee spaties, normale lettertypes met een pasje, en bij verbrede lettertypes méér dan een pasje.
Ook bestaat er nog een iets andere vorm van 'uitdrijven': De ruimte tussen de woorden zo groot maken, dat een deel van het zetsel naar een (of meer) nieuwe regel(s) moet; dit wordt gedaan om pagina's er wat voller te laten uitzien.