onderdelen van een boek
  1. rug;
  2. band / omslag;
  3. schutblad (aangedrukt of aangeplakt);
  4. het eigenlijke boek, de pagina's;
  5. deel van schutblad (als aangelijmd), blanco bladzijde (als aangedrukt schutblad);
  6. kop;
  7. voorzijde;
  8. staart.
     

Een boek bestaat uit boekblok en omslag of band; het boekblok bestaat uit voorwerk, nawerk en daartussenin het eigenlijke boek.

In het voorwerk worden de volgende zaken onderscheiden:
een pagina (1*) die de voor-de-handse of franse titel bevat;
op pagina (2*) worden motto, opdracht, ander werk van de auteur(s) of niets geplaatst;
bladzijde (3*) is de eigenlijke titelpagina, titel kan verdeeld zijn in hoofd- en deeltitel, auteur en uitgever wordt genoemd;
(4*) is de copyright-pagina, hierop komen ook de (cip-)gegevens voor de bibliotheek (soms staat in copyright en bieb-gegevens al een deel van het colofon);
pagina (5*) is (het begin van) de inhoud;

de tekst van het eigenlijke werk begint altijd op een oneven pagina (bijvoorbeeld (7*));
soms wordt een voorwoord opgenomen, dit kan vóór, dan wel ná de inhoud worden geplaatst;
soms wordt het voorwerk in romeinse cijfers gepagineerd, dan begint de tekst van hoofdstuk of afdeling 1, I of A op bladzijde 1 of 3.

In het nawerk worden vaak allerlei aanhangsels (appendices) opgenomen, een mogelijk nawoord, grafieken, een literatuurlijst (bibliografie), verklarende woordenlijst (glossarium), tekstverwijzingen en andere noten, uitgebreide citaten, indexen (trefwoord- en/of persoonsregisters, bijv. van een ballotagecommissie), een lijst van de afbeeldingen, een nabericht, eventueel een samenvatting, over het algemeen vind je hier het colofon, soms ook de inhoud. (zie verder: binden / afwerken)

 
*
Soms wordt het omslag als twee pagina's meegenomen in de telling van de bladzijden, dan staat de franse titel op bladzijde 3, enzovoort.