vergine persing van kooltje-nel

ontspanning

het wordt tijd om zwarte nel haar levensverhaal te laten doen - na een smakelijk door­gehaalde nacht in madrid ben ik nu (met twee van haar kleindochters) in aranjuez, in 'las orejas del matador', waar ik straks een afspraak met 'la nela nera' heb - net heb ik even een paar uur gepit - daarmee ben je wel zo'n beetje bijgepraat, in erg grote lijnen ...

misschien zou ik nog steeds slapen, als mijn neus me niet wakker gepord had - op kastjes tegen de muur staan wat kaarsen te branden, niet om het daglicht te vervangen, maar om iets beter te kunnen zien wie of wat er in de kamer aanwezig was - de wíé, ama-luz, heeft vast het wát binnengebracht: een serveerwagentje, waaruit een koffiegeur opsteeg, zó pittig, dat je er vast de doden mee zou kunnen laten opstaan ...

terwijl ama-luz me een grote kom melkkoffie aangaf en iets hoger dan m'n knieën op de rand van het bed ging zitten, merkte ik dat de slaap me verlaten had onder achterlating van een forse erektie ...

ama-luz kuchte zachtjes, zei: "let daar maar niet op" en ging, net als haar oom vicente afgelopen nacht over op een uiterst formele gesprekstoon, "u hoeft nog niet op te staan, maar kunt hier blijven tot oma u vanavond kan ontvangen - dit is de gastenkamer, speciaal ingericht voor mensen die overdag komen om oma te bezoeken - dat zijn er gelukkig niet veel, want oma is oud en breekbaar en haar ogen reageren niet goed op veel licht en van zonlicht kan ze helemaal niks hebben" ... op dat moment hield een van de kaarsen het ook voor gezien ...

"vroeger, toen ik een klein meisje was en mama nog wél leefde, ontving oma ook overdag weleens bezoek in een spreekkamer met dikke donkere gordijnen, maar toen op een keer een hoek van zo'n dikke doek losschoot en oma een erg klein straaltje zon in haar ogen kreeg, gilde ze van pijn - gelukkig viel ze op de grond en kon mama met haar zwarte jurk gespreid over haar heen gaan zitten tot het gordijn weer opgehangen was, maar oma's ogen bloedden allebei woedend - het duurde bijna een maand voor ze weer iets kon zien" ...

"vanaf toen ontvangt ze alleen 's nachts nog maar bezoek op een geheime plek, waar ik u vanavond, met 'n blinddoek om, heenbreng en waar ik u ook weer ophaal - als u wilt, kunt u daarna ook de gastenkamer gebrui­ken tot het uw tijd is om verder of terug te reizen ... en na uw gesprek ben ik ook altijd in de buurt om vragen te beantwoorden" ...

blijkbaar was dat het officiële gedeelte, want met haar gewone stem vroeg ze of ik het allemaal begrepen had, of de koffie smaakte, dat er van alles te eten op de kar stond, dat recht tegenover de kamerdeur een bad met stortbad was, dat ik me op deze verdieping niet steeds aan hoefde kleden, want er was verder niemand anders - ook carmen niet, voegde ze er samenzweerderig aan toe, met een wat spottend-spijtig ondertoontje, maar die weet jou vannacht wel te vinden, als je de deur niet afsluit ...

mijn grijns was blijkbaar antwoord genoeg op vragen die ze niet gesteld had, maar ik had er wél voor haar, dus toen ze op wilde staan om me over te laten aan mijn ontbijt, pakte ik haar arm vast om haar nog even hier te houden ... alleen waren afstanden blijkbaar in het beperkte kaarslicht niet goed te zien, want mijn hand kwam op haar bovenbeen terecht, waar het niet meer zo heet - ze ging weer zitten, mijn hand tussen haar dijen geklemd, en zei zachtjes: "ja, wat bedoel je?" ...

enigszins schor zei ik: "eh, niet dit, hoe aantrekkelijk je ook bent, eigenlijk had ik alleen nog wat te vragen" ...

ze lachte: "dat wist ik, anders was je die hand kwijt geweest ... wat wilde je weten?" ... terwijl ze haar benen ontspande, legde ze rustig een hand op de mijne om die te houden waar hij lag ...

"je naam", zei ik, "hoe kom je daaraan, want het is hier heel donker voor iemand die van het licht houdt" ...

"die heb ik van oma gekregen nadat mama overleed, papa stierf al een jaar eerder, toen ik besloot om hier te blijven in plaats van haar alleen te laten en bij carmen of in een eigen woning in de stad te gaan wonen ... mijn naam is haar gemis, vroeger was ze een echt kind van de zon, totdat ... maar dat laat ik haar beter zelf vertellen, ik was er niet bij, zelfs mama was er toen nog niet ... heb je nog meer vragen?"

"nee, nu niet" - "goed, dan stel ik voor dat we in bad gaan om wat van die spanning af te voeren, dan zal ik je rug schrobben en hoef jij je niet meer af te vragen hoe ik er uitzie" - "is dat zo opvallend dan?" ...

ze sloeg het laken rustig open en wees op het bewijs ... "kijk", zei ze, "die eerste, toen ik binnenkwam, was voor carmen, die daarna, toen je hand verkeerd terechtkwam, kunnen we uitleggen als een schrikreaktie, maar toen ik je hand zachtjes verder in mijn warmte duwde, werd je nieuwsgierig naar mij, zie je wel?"

ze stond op en kleedde zich uit - zachtjes lachend, toen de tweede kaars uitging ... ze pakte me vast, niet bij m'n hand en trok me overeind: "kom maar, dan gaan we naar een plek waar je me wél kunt zien" ...

in de badkamer (een buitenmuur bestond vooral uit glas, het onderste stuk was grijs geëtst) bewoog ze heel wat meer dan nodig was om de stop in het bad te doen en de kranen open te zetten - daar genoot ik zo van, dat het geen moeite kostte om de druk af te laten vloeien - toen ik haar naar me toe trok, zei ze dat ze wel aanraakbaar was, maar niet neembaar, zéker niet voor ik met carmen geweest was, die kwam op de eerste plaats ...

dat was voor mij minstens zo vanzelfsprekend als voor haar, ontspannen konden wij daarom met elkaar ont­spannen en naderhand waren we allebei schoongepoetst en hadden een gloeiendgeschrobd lijf - ik voelde me één grote gelukkige glimlach, ama-luz zag er uit als eentje en we roken heel sterk naar wat we zo nadrukkelijk níét gedaan hadden ...

uiteindelijk had zelfs de zon er genoeg van om naar ons te kijken en ging onder ... tijd om ons aan te kleden en elkaar met rust te laten, al gebeurde er niks om onrustig van te worden ... met kleren aan kwamen we eindelijk toe aan de maaltijd die al een paar uur stond te wachten ...

de grens van licht en donker, de gang tussen gast- en badkamer, leek mij een prima plek om de 'ontbijtwagen' te bekijken, maar het was vrij lastig om het zware geval te verplaatsen - ama-luz stond me uit te lachen, terwijl ze haar haar in een wrong draaide - "zou je hem eerst niet van de rem zetten", vroeg ze heel onschuldig - "natuur­lijk", grijnsde ik terug, "in welke versnelling rijdt-ie het voordeligst?" - "dat zeg ik niet, want dan rijd jij ons gauw verder van huis dan handig is" - "okee, jouw kar, pak ik even een paar stoelen om erbij te zetten" ...

dat er opklap-tafelbladen aan de zijkanten zaten, had ik namelijk wél gezien, maar van remmen niks ... juist, de handvaten van de duwboom konden draaien, slim bedacht ... gelukkig stond er niets op of in de serveerknaap wat af kon koelen - zelfs de koffie kwam per kopje vers uit een apparaat wat onder het bovenblad weggewerkt was en met een watertank van vijf liter kom je een heel eind ...

na het eten stelde ama-luz voor dat ik nog even op bed zou gaan liggen, kon m'n eten wat zakken en zou zij even gaan kijken of oma nog iets nodig had voor ik welkom was ... waar had ik me eigenlijk druk over gemaakt, al van vóór ik in de trein stapte op zoek naar zwarte nel ...
 

ontmoeting [deel 1]

een uurtje op m'n rug liggen bracht me in 'n vreemde stemming, waardoor ik (toen een zachte stem vroeg of ik wakker was) dacht een felle gloed binnen te zien komen, en ik zei: "ha lichtlief, tijd voor de blinddoek?" - "ja, trek je je schoenen eerst even aan?" - apart, dat ze zag dat ik die had uitgedaan (het was best donker), maar ze gaf meteen aan hoe ze dat wist, "daar struikelde ik namelijk over" - "dat spijt me" ...

misschien lag het aan mij, aan het badderspel wat me ontvankelijker gemaakt had voor haar uitstraling of voor indrukken in het algemeen, maar ik had het idee dat er méér ama-luz binnenkwam dan vanochtend, dat ze gróter was geworden ... "ja, ja, bijna klaar", gaf ik als antwoord op de hand die speels-ongeduldig aan m'n oor trok ...

terwijl ik nog even naar het toilet ging, liep ama-luz al naar beneden ... buiten knoopte ze haar sjaal los en bond die om m'n hoofd - met iets meer licht, had ik heel wat van de omgeving kunnen zien, maar het was aardedon­ker ... toen ik naar haar reikte, zei ama-luz lachend dat hand-in-hand veel makkelijker zou lopen, maar dat was vast ook m'n bedoeling, ach, ik pakte er wel eens vaker naast ...

tijdens het lopen waarschuwde ze me als het pad onregelmatig werd, als er iets in de weg stond en als we een bocht om moesten - daardoor viel me op dat we vier keer achter elkaar rechtsaf gingen en geen enkele keer links, dat we misschien alleen maar om las orejas heengelopen waren en min-of-meer uitkwamen op het punt waar de wandeling begon, maar belangrijk was dat niet ...

"wacht even", zei ama-luz - de deur die ze opende, kraakte en de lucht die naar buiten kwam, rook naar verse aarde, zonder plant of schimmel - "kom maar", ze pakte m'n hand, "eerst vier stappen vooruit en dan is er een trap, naar beneden, negen treden, geen leuning, en weer een gang" ... eerst vooruit, dan naar beneden met mijn hand op haar hoofd, weer vooruit, een stap of tien, even stilstaan, deur open, weer naar rechts ...

ama-luz zette mij op een stoel, voor ze haar sjaal losknoopte - de kamer was donker, rook als een wijnkelder - voor mij in een zware zetel zat als een donkere schim la nela nera - er brandde één kaars, schuin achter haar - een onuitgesproken vraag van ama-luz kreeg als antwoord (niet met de stem die ik aan de telefoon had gehad) dat er niet meer licht hoefde te zijn, omdat ik geen aantekeningen zou maken - dat was ook zo, potlood en papier had ik wel in m'n hand gehad, maar weggelegd voor ik naar buiten liep om geblinddoekt te worden ...

"tot straks, oma" ... de deur klikte dicht - met welke vraag zou ik beginnen ... met geen, bleek ...

"weet je", zei la nela, "wat jij en mijn lichtende kleindochter vanmiddag en vanavond gevoeld hebben, en wat je bij carmen in vanzelfsprekende volledigheid zult vinden, en dat weten jullie uit die ene kus en het lachen er­vóór, dat heb ik vijfentwintig jaar, dag na dag, en nacht op nacht, geleefd met mijn ander, mijn man, die jij el cordobano hebt genoemd, wat net zo goed is als willekeurig welke andere naam, maar die voor mij meer namen heeft dan er bladeren kunnen groeien aan de boomskulptuur die jij met carmen kent, al is het nu nog slechts in een gedeelde droom, waarvan vannacht jouw zaad de vrucht gaat zetten" ...

"jouw volledige overgave aan ama-luz van daarstraks is wat zij nodig had om in haarzelf de vrije mens te vinden die daar altijd heeft liggen wachten op ontwaken of opwekking ... op momenten dat ze zich-zélf laat verliezen, zal ze jou om een bad vragen of bied jij haar er een aan en elke keer weer zal het net zo'n kompleet feest zijn als vandaag - en zolang je de geursensatie zonder de daad niet zult hebben, heb je elkaar nog niet diep genoeg geraakt, niet omdat je niet wilt, maar omdat nog niet alle spanning verwijderd is, help elkaar dan zoveel als nodig is, want zulke volledige glimlachen als die jullie dan worden, zijn nodig om de wereld te redden" ...
 



la nela en el cordobano zouden meteen nadat hij zijn officiële 100e stier verlost had van zijn oren trouwen, maar dat dat officiële een vreemd randje had, was geen algemeen bekend feit, want zijn 27e was een drama, omdat die op het lijstje van el brillante had moeten komen, maar die verloor zijn evenwicht toen hij over een achtergebleven roos in het zand (de arena) uitgleed ...

de enige manier om te voorkomen dat 'de schitterende' zou sterven in plaats van de stier die 'el bruto' heette, maar naderhand 'el bruto desgraciado' genoemd werd, was de keuze die 'de kordobaan' maakte, hij joelde 'de woeste' weg van el brillante, en van het ene op het andere moment was de doodsstrijd van 'de woeste' ook de zijne geworden - hij zette zich schrap in het zand, onblootte zijn sabel en dreef die zo diep in het leven van de stier, dat er midden in het zand nog maar een wezen achtergebleven was, de stierman ...

het volgende moment zakte de woeste rechtstandig door zijn poten en bleef de kordobaan staan, sabel nog steeds in de hand - het onstuitbare gejuich uit alle kelen van het publiek duurde hooguit drie sekonden, toen stond iedereen op, alleen het ruisen van rokken was nog te horen, en ging met de rug naar het zand staan - de stier verloor oren noch staart noch 'cojones', van zijn vlees werd niets verkocht of vergeven aan de gebruike­lijke klanten, alles werd verdeeld onder wezen, kloosterlingen en daklozen ...

het gevecht had nooit plaatsgevonden, el brillante verklaarde zichzelf dood, kleedde zich in boete en liep naamloos en alleen naar santiago de compostela (niet de hier bekende weg vanuit roncesvalles, maar die vanuit sevilla, de 'via de la plata') - daar is hij nog gezien, maar niemand schijnt met hem te hebben gesproken, hij liep na een mis in de kathedraal en het daar afleggen van z'n laatste biecht (zonder absolutie vermoedelijk, tenzij priesters die vloekend kunnen verlenen) meteen door naar finisterre, en verder ... hij is nooit meer gezien, maar onder stierenvechters bestond het gebruik om voor het betreden van het zand niet alleen hun eigen ziel aan maria aan te bevelen, maar ook een kaars op te steken opdat de ziel van de schitterende rust kon vinden ...
 



"wat anderen al dan niet samen doen, heeft ons nooit bezig gehouden, dat is aan hen alleen en zou voor geen ander boeiend moeten zijn, vandaar dat de kordobaan en ik, die elkaar ruim vijfentwintig jaar kenden, en acht daarvan officieel verloofd waren, ons (zonder berichtgeving naar buiten toe) eerder tot elkaar bekenden dan volgens kerk en wet toegestaan was ... enige terughoudendheid was daarbij wel wense­lijk, omdat de wereld harder is voor diegenen die buiten het huwelijksbed geboren worden, maar of een kind iets te vroeg geboren is of iets te vroeg in de willige akker gezaaid, is minder eksakt vast te stellen" ...

"wij hadden met elkaar afgesproken om na de 100e in het zand gedode stier te trouwen, en ook meteen de vorming van een kinderrijk gezin in beweging te zetten ... wij hebben ons daaraan gehouden, trouwden elkaar in bed voor god en het leven na die 100e stier, en god was die verbinding gunstig gezind en beloonde ons met een prachtige dochter, al heeft mijn geliefde haar alleen van over de grens gezien ... de president van de zandkring wist onze officiële bruiloft echter enkele weken te verschuiven door het afkeuren van de 27e stier, die noch­tans mooi gedood werd, al deed de kordobaan het en niet diegene die op de lijst stond om dat te doen" ...

"en toen werd de 101e stier (volgens de boeken was dat dus pas de 100e) mijn lichaams- en zielsver­want fataal en werd het twee dagen daarna geplande huwelijk voor kerk en wet afgelast ... dat mijn toekomst met mijn hart in scherven lag, vond ik veel erger dan die formaliteit - dankzij wat ik in mij droeg, stierf ik niet aan die pijn ... toen zichtbaar werd, dat we van het huwelijksbed geproefd hadden, bleek ik plots geen éérzame weduwe meer en daarmee hield het mét mij rouwen van mijn, en zijn, familie ogenblikkelijk op, wat een slet was ik" ...

"heb ik mij afgevraagd of zijn dood voorkomen had kunnen worden als wij niet ons samenzijn hadden genoten voor kerk en menselijkheid onderdrukkend gebod daar toestemming voor verleend hadden, zeker heb ik mij dat afgevraagd, de kerk is erg goed in het ervoor zorgen dat jij je schuldig voelt over alles waar je niks aan kunt doen, en schuldig heb ik mij veel-te-lang gevoeld, anders had ik mij toch niet weg laten jagen door mijn familie die zich verschool achter het misprijzend laffe oog van de buitenwereld en het donderen van de pastoor namens een god die niet bestaat, want de god die wél bestaat, die is onbekend in de kerk" ...
 

[verder met] ontmoeting [deel 2]