twee
om een droom van pak-'m-beet drie sekonden uit te schrijven in 'n verhaal kost me minstens zes uur – schrijven is een ondankbaar en nauwelijks produktief beroep, want hoelang zou ik dan wel niet doen over het uitwerken van een forse droom van tien minuten (en al die tijd mag ik niet opnieuw in slaap vallen om het risiko van een -storende- volgende droom ook maar enigszins te vermijden) –
drie
mijn verhaaltjes gaan niet de diepte in, karakters worden niet ontwikkeld en van achtergronden voorzien – ze bevinden zich ergens en ooit, een trilling die niet meer opgewekt hoeft te worden – het zijn momentopnames in lopende processen, flitsfoto's met impliciete wordingsgeschiedenissen, en de in het donker gesuggereerde omgeving mag je zelf indien gewenst toevoegen of inkleuren – vergelijkbaar met de onoverbrugbare afstand tussen een film en het boek waarnaar die gemaakt is, de in woorden vastgelegde omschrijving die je vanuit eigen ervaringen zelf van beelden mag, kunt, moet voorzien tegenover het eenduidig uitgewerkte maar daarmee ietwat statische plaatje wat hooguit een mogelijke essentie kan proberen te vatten, de weidsheid (met alle keuzemogelijkheden van begaanbare zijpaden) van het afbeeldingsvrije leesboek in knetterend kontrast met prentenboek en wellicht moralistische stripverhalen in strakke omlijnde kleurvlakken zonder grijzen of tinten –
vier
en dan zijn er sinds kort ook nog van die dingen die maar niet af willen komen, die aangevuld worden met blikken uit andere hoeken, of met stukjes vérder (alsof het écht elkaar serieel opvolgende gedachten of handelingen zijn, wat natuurlijk klinkklare onzin is, of moet zijn, of zo) –
vijf
onderwerpen en formuleringen mogen in de loop der jaren stevig veranderd zijn (hoewel dat nauwelijks af te leiden is uit het hierachter verzamelde spul, aangezien het meeste vroege werk vernietigd is – en dat was een (vooral poëtikologisch) veelvoud van wat nu nog volgt – en handgeschreven of getikt verscheurd, is in het back up-loze tijdperk echt helemaal weg), hulpeloos wroeten in drijfzand is het gebleven –
afijn, geloof me niet op mijn woord, vorm je eigen oordeel –