de muziektent op het dorpspleinKattileno is een dorp gebouwd rondom een enorm groot plein, toevallig ook het dorpsplein genoemd. Op dat plein bevindt zich maar één bouwwerk, de muziektent, waaromheen een plavuizen vloer ligt met daarop in cirkels banken. De rest van het dorpsplein is zo groen als gras, het ìs dan ook gras. Rond het plein loopt een brede weg en daar weer omheen staan de openbare gebouwen, zoals de bieb en het anduis. Recht tegenover dat anduis staat het dorpshuis, het enige gebouw met een terras ervoor.

Op dat terras zaten onze vier vrienden, of kennissen, zo je wilt.

"De ober doet er wel lang over om wakker te worden", fluisterde Regien in Wouters oor.

"Het zou kunnen zijn dat ze die hier niet hebben", zei Lies die het gefluister verstaan had, "misschien haalt iedereen gewoon z'n eigen spullen ... Trouwens ook terècht, denk ik, want waarvoor zou je bediend moeten worden, als je goed uit de weg kunt?"

"Ja hoor, daar gaan we weer", zei Tino, "wie wil er wat drinken? Dan zal ik eens kijken of die paardepoten van mij me nog willen dragen".

Met drie koppen koffie en een glas sinaasappelsap op een dienblad kwam Tino even later weer uit het dorpshuis: "Hartstikke gezellig ingericht daarbinnen ... Zeg Lies, weet je hoeveel dat glas jus kost ... dat raad je nooit".

"Dat zal dan wel niet, zeg het maar, acht gulden vijftig of zo?"

voorzijde van het dorpshuis"Véértíén cent, en dan moet je kijken wat een kanjer van een glas het is, bijna niet te geloven, ... en de koffie, die kost 'n duppie. Maar weet je wat het helemaal van de gekke maakt? Ik had het ook zo mee kunnen nemen, zo zonder betalen. Die eh, hoe heet dat, herbergier of waard, die wilde eerst helemaal geen geld hebben, ik dacht omdat ie ons voor arme sloebers of zo aanzag, maar dat was het niet, zei hij: Geld is alleen maar lastig. Toen vroeg ik of hij die sinaasappels en die koffie dan ook voor niks kreeg, en toen zei hij: Ja, meestal wel, we kweken dat spul hier zelf, en ze hoeven het alleen maar in te voeren als hun eigen oogst tegenvalt, en dan gaat er in een glas jus ongeveer voor veertien cent appelsienen, zo heten ze hier, en in een bak koffie voor een duppie bonen. En dat heb ik toen op de toog gelegd", besloot Tino z'n verhaal.

"Toog is bar", zei Lies tegen Regien die even verbaasd fronste bij dat woord.