Dorian en Achmar kijken de figuur na, die de woestijn inloopt, wild om zich heen slaand en roepend: "Ga weg, je bent dood".

"Eenhoornige wete wat goed isse", fluistert Dorian, en volgt Achmar, die de tempel ingaat.

Aan de voet van het beeld openen ze een paneel. Dat geeft toegang tot een holte, waar ze het lijk van de professor in laten glijden. Een zacht gekraak geeft aan, dat hij daar niet alleen ligt. Ze sluiten de holte weer af. Achter een ander paneel stoppen ze het materiaal van Joost en de professor, behalve het logboek en de losse vellen met vertalingen en aantekeningen.

Achmar vergelijkt enkele tabletten met hun vertaling, en knikt goedkeurend: "Dode e dwaalgeest nee isse nee slim, twee hebbe zien betekenis schrift, Achmar isse vergeten in eeuwenloop".

Ze dragen de tabletten terug naar de bibliotheken waaruit ze gehaald zijn en ruimen de rest van de tempel netjes.

Dorian zegt: "Kome, Achmar, schrifter tiss heer, Achmar e Dorian gaë. Rust lang, o eenhoornige", richt ze zich vervolgens tot het beeld.

Achmar en Dorian verlaten de tempel.

Igwanóndo zucht, tilt een arm op, de deur schuift dicht.

en er zij rust ...Achter Achmar en Dorian waait het zand al tegen de tempel omhoog, en dan zijn ook Dorian en Achmar weg.
















© 1976, 1999 - thony van gerwen