1. onrustige gedrevenheid;
  2. tochtbelust;
  3. met de neiging tot stoten;
  4. uit lompheid verstoten;
  5. bok spelen;
  6. boksspelen;
  7. de last van doordraafsheid;
  8. (zie ook: 'verslag').
  1. stopmiddel;
  2. geoxideerd fruit;
  3. ongeschoren rotkop.
  1. ongewenst ontvangen;
  2. kado met hatelijke bijbedoelingen;
  3. venijn zit in de staart;
  4. als het want je door de klauwen snijdt;
  5. je vasthouden(d) aan gebraamd (en vaak ook nog roestig) staaldraad.
  1. aanbrenger van verbanden (zie ook: 'linkerd');
  2. kennis of familie aan de wal;
  3. die in betekenisvolle verbinding treedt of staat.
  1. rechtop liggen;
  2. met gerust gemoed terneerliggen;
  3. in het volste vertrouwen terug in bed kruipen (zie ook: 'reserveren');
  4.  
  1. smaakt beter naar gezindte;
  2. (als meer dan 40%:) voortbrengsel van de eerste zeven jaren;
  3. (als minder dan 20%:) voortbrengsel van de volgende zeven jaren.
  1. niet de echte, maar een smakelijke nabootsing;
  2.  
  1. opnieuw opdienen (bijv van het ontbijt, als je na het opstaan weer teruggezakt bent in je slaap);
  2. als de eerste opslag fout is, volgt meestal herhaling (soms in slomo, maar dan is het herhaling, of opgenomen).
  1. als het rijmklampen je uitbarst;
  2. je pen verzweet je hand ontsnapt;
  3. van onderkoeld ochtendvocht.
  1. wanhopig steeds op zoek naar gelijkluidendheid;
  2. waarom lukt het nou niet;
  3. waarom lijkt het nou niet;
  4. parallellie bij heuvelaars, die steeds op de zelfde plekken hand vatten.
  1. (ww) van links naar rechts zonder knipperoog;
  2. (ww) herkenbaar schoonschijnen;
  3. (zn) gelijkluidendheid, meestal in volgorde, soms herhaald;
  4. (bn) in 'een rijmklanken huid': herhaald motief;
  5. (bn) in 'een rijmklanken raam': (openklapbaar) schitterend uitzicht.
  1. niet uit je eindklankenschema loskomen;
  2. van ontsnappen slechts kunnen dromen;
  3. geen wild dicht kunnen tomen;
  4. inhoudsloos verchromen;
  5. . . . ~omen.
  1. in 'in het rijne brengen':
    1. vruchten in yoghurt, bijv;
    2. door het opvoeren van de snelheid zorgen dat je onzichtbaar bent in de horde;
  2. in 'in het rijne storten': met de blik op oneindig en ervan uitgaand dat het goed is wat je doet, het is goed want jij doet het.
  1. bij ernstig gebrek aan knaapje;
  2. in plaats van rugzak;
  3. pseudo-feminisme, itt broekpak;
  4. de over zichzelf gestruikelde vogel;
  5. heel zware sigaar van uieschillen (houdt ook muggen op afstand).
  1. de vaart erin hebben, bijna zich snellen;
  2. de vaart erin hebben, die dingen hebben tegenwoordig zoveel trekkracht;
  3. met kortgeknipt haar over de ingezeepte vloer;
  4. als de steel te kort is, is het geen nl natuurlijk;
  5. lychees in de schil doorgeslikt, leidt vast tot buffetloop.
  1. in: ''eerst rolbossen, dan heuvelen'' (uit: k de grote tongzoenkampioen, 1997) is sprake van een inleidend gevecht voor de berg genomen wordt;
  2. begin van macbeths ondergang;
  3. de stoeipartij waar kinderen van gemaakt worden, maar helaas, niet ieder kind komt daarvan.
  1. plaats voor chocolade;
  2. als je niet op tijd grijpt, grijp je mis;
  3. het begin is om in te grijpen, de rest volgt automatisch;
  4. op een gegeven moment ga je tegenbewegen om niet te duizelig te worden.
  1. de leer van de draaiing, van de rol der dingen;
  2. de rolbeweging, het panta rhei van terra, of het nou descondida of incognita is;
  3. plotse oogbewegingen als je erachter komt, dat het te heet is, of te laat voor het escapad;
  4. het leren rollen van ronde voorwerpen;
  5. het verzamelen van rollende leren voorwerpen.
  1. voltreffer;
  2. wild om je heen;
  3.  
  1. zie 'beuben' en 'beugelbekkers';
  2. .
  1. verzendkoker voor fleurige groeten;
  2. bottel, zachtzoete vleesbuik / zaadkruik;
  3.  
omslag alfabekathany met rozenbrein op achtergrond
  1. wat kan ik daar nou nog meer over zeggen tegen lezers van dit binnenzakwoordenboekje voor verlegen romantici;
  2.  
  1. (zie ook: 'quasi-modo');
  2. dat overkomt alleen iemand met slecht naaldwerk;
  3. door veel rondlopen is dekseltje van zoutvaatje gedraaid;
  4. mineraal zout, voorzichtig getrokken van afgedragen bepakking;
  5. doorgelopen pakezel;
  6. achterblijfsel door plotstop van kondslag.