1. als dat geen eend is, ben jij het;
  2. wat betreft het betreffende dus;
  3. op de een of andere manier, maar welke, en waarom steeds een andere;
  4. begerig maar weerhoudend, gewillig maar tegenstribbelend;
  5. (in: 'quaqua druppels') dat is geen klein buitje;
  6. (in: 'quaqua prima') het is in orde, al hou ik zo m'n twijfels;
  7. (in: 'quaqua pimpels') ik volg jou waarheen dan ook, als je genoeg mede mede neemt;
  8. (in: 'quaqua tomdom') de melodie is goed, het ritme klopt, nu de verkoopcijfers nog wat omhoog;
  9. (in: 'ben jij quaqua?') wie denk je wel dat je bent, de ... [en dan vul je hier een naam in die ontegenzeggelijk niet klopt, ook niet tegen het raam in de winter].
  1. een halve ossekop, en daarvan dan weer de helft (meestal rond de 12 - 18 graden);
  2.  
  1. legt geen eieren, maar verliest ze, meestal in ander nest (soort koekoek, maar dan onbewust, di niet-bewust);
  2. zeldzaam dat die vogelsoort nog bestaat;
  3. maakt geluid als nagel over schoolbord, maar ook en vooral in je vrije tijd;
  4. (zie niet: quaayer, smeerka).
  1. dat vind je nooit met je neus in die richting;
  2.  
  1. vogelsoort die telkens een wereldtrek maakt van vijf jaar;
  2. twijfelgeval met heldere klank bij op- en aanslag;
  3. tot vijfmaal toe ongelukkig;
  4. ziekelijk en zonderling gedrag van een handvol vermeend adellijke, en sterk zuchtende kassave-malers (zie ook: 'maniokaliteit');
  5. zie ook: kwintenduuk.