1. voorafgaand aan vangst;
  2. voor het bezit van de zaak een eind aan het vermaak kan maken (kijk hier even naar);
  3. de snelheid van de vleugelslag in de vaart van de tocht;
  4. taggend van <body> naar </body>.
  1. pijne kreet als getroffen door teleurgesteld blik (zie ook: 'ankerkijker');
  2. je tegenwind gevonden hebben, en je hoogste versnelling niet kunnen gebruiken (zie ook: 'windjakkeraar');
  3. vastzitten in de onbeweeglijke hoek van het schouwspel.
  1. mechanisch apparaat voor het prakken van konfiture-bestanddelen;
  2. iemand die alle eten (bij gelegenheid ook het jouwe) met de vork vóórkauwt;
  3. aardappelmolen (van: 'yam', zoete aardappel), inz beoefenaar van frietkult;
  4. beroepstreurliederenzanger, zoals aan centrum verbonden kondolent;
  5. slinger die behoorlijk snerpende treurzang rondstrooit (zie ook: 'windjammer').
  1. vijftienregelige dichtvorm in gevingerd ritme, vijfstrofig, waarbij de eerste strofe vijf regels heeft, en elke volgende een regel minder (misschien was er voorheen wel een zesde, nul-regelige strofe, maar daarvan hebben we geen historische voorbeelden kunnen vinden); het rijmschema is ababa, cddc, efe, bb, a en het veranderde standpunt valt tussen de regels 12 en 13;
  2. muziekinstrument waarbij de verschillen in hoogte van elkaar opvolgende tonen volgens de gulden snede zijn bepaald;
  3. onnavolgbaar snerpend klankstuk voor dat instrument (samenspel met andersgetoonde klankmakers dient in uiterste voorzichtigheid afgestemd te worden, maar dat spreekt voor zich en hoor je snel genoeg).
  1. als je hele vakantie verregend is, en op de laatste dag is het bloedheet, geen wolk, geen druppel;
  2. de zon lokt je naar buiten met allerlei prachtige beloften van vitamines en kleurtjes, maar jij blijft lekker binnen met dit boekje;
  3. de hitte beukt op het plaatstalen dak van je kampement, maar jij ligt een paar kilometer verder in de schaduw onder het genot van een fris windje, een koel drankje, en je liefste (en natuurlijk is die opsomming in omgekeerde volgorde van belangrijkheid).
  1. ha, heerlijk, kunnen we op het gras gaan liggen;
  2. eindelijk bruin bakken in ons tuintje;
  3. kortgesneden grasmat, die de weelderige vormen van het in haar verpakte zomerschap opwindend doet uitkomen.
  1. gevolg van niet toegeven aan huidroep;
  2. zonder paraskate toegeven aan huidroep met wanklankje;
  3. als de afstand te groot is om tot realisering over te gaan, en vóór er van zelfrealisatie sprake is;
  4. ruimte tussen twee matrassen;
  5. kier die heftige aandrang oproept (zie ook: de dichter).
  1. bevestigend met de handjes wapperen;
  2. met de ene hand wapperen, met de andere klapperen;
  3. een heftige diskussie voeren met de winkelspeurneus (hij heeft natuurlijk wel altijd gelijk), en ondertussen de toonbank leeghalen (en niet betalen natuurlijk);
  4. (niet verwarren met: 'jottem').
  1. een mooi huis gekocht, en als je er mee om de hoek bent, beginnen de gebreken je al/pas op te vallen;
  2. een mooi huis gekocht, en als je er mee om de hoek bent, beginnen de pannen er pas vanaf te vallen;
  3. in 'xie-juig': (ze is zó mooi, dat de woorden je in de keel blijven steken, je adem uit je ogen klapt, je onderkaak tegen je knieën knalt, en dan doet ze haar mond open:) "xie-juig" (is alles wat je kunt stamelen voor je tegen de grond slaat), (kortom, hier is sprake van assimilatie van: ik zie je huig) (met als gevolg dat zij wegens onzedelijk gedrag wordt gerecycleerd; dus, lieve mensen, probeer in naam van al wat mooi is zo'n uitspraak te vermijden, zeg dan niets, of val alleen maar flauw, dan houdt zij in ieder geval het voordeel van de twijfel, en jij blijft terecht vertwijfeld achter:) tjoef;
  4. in 'mbl-juig': (ze is zó mooi, dat de woorden je in de keel blijven steken, je adem uit je oren klapt, je onderkaak tegen je knieën knalt, en dan doet ze haar mond open:) "..." (mbl-juig denk je, stamel je, had ze die bek niet dicht en jou je illusie kunnen laten, en vervolgens sla je haar tegen de grond of jezelf voor de kop, en je probeert haar te laten recycleren of opvoeden of misschien hèropvoeden, maar ze krijgt het voordeel van de twijfel, houdt slim genoeg haar bek toe, en laat jou onbehoorlijk fel vertwijfeld achter:) grmbl.
  1. erg ingetogen hoera roepen;
  2. juichen, met de bajonet in je rug;
  3. niet helemaal uit je woorden komen, en dan net doen of je spraakgebrekt bent;
  4. niet helemaal uit je woorden komen vanwege bevroren spraakwaterval (zie ook: 'juig' - 3);
  5. niet helemaal uit je woorden komen vanwege verstoorde spraakwaterval (zie ook: 'juig' - 4).
  1. je kunt ook te voorzichtig zijn, zoals blijkt uit ... (zou ik hier die arresten wel vermelden?);
  2. voorspellend bewustzijn van de rechtsprekende?;
  3. soepige scherpe blik?;
  4. bedachtzaam sausje?
  1. in 'jurkje, jurkje':
    1. iemand die dat tegen je zegt wantrouwen, want die heeft meer belangstelling voor jou zònder dat jurkje, dan in het jurkje zelf, en waar kómen ze nu eigenlijk voor bij een modeshow...
  2. in 'mooie jurk':
    1. ergens zwaar de pest over in hebben;
    2. met zo iemand kun je hazen vangen, in een konijnekooi;
    3. dat zeg je als het soepie knap verpakt is;
    4. iemand die dat tegen je zegt wantrouwen, en volgende keer iets anders aanschieten, bijv een galgje, of .38.
  3. in 'wat een jurk':
    1. iemand verdenken of beschuldigen van halfslachtigheid;
    2. iemand verdenken van tweeslachtigheid.