1. uitgaande van de kleren die iemand draagt, denken te weten wie je voor je hebt, en je pas realiseren dat het heel iemand anders is als die persoon zijn/haar klep opendoet (zie ook: 'juig');
  2. uitgaande van de kleren die iemand zojuist uitdeed / aflegde / gedragen heeft, denken te weten hoe je (volgende) reaktie moet zijn, en er dan pas achter komen dat die ander zich aan het verkleden is, en jij geen andere kleren bij je hebt, zodat je erg in je hemd (of minder) staat;
  3. door toucheren vaststellen of persoon is die hij voorwendt te zijn;
  4. op grond van zo weinig mogelijk gegevens proberen erachter te komen wie je voor je hebt (terwijl jij geblinddoekt bent, en geboeid), die zojuist gedreigd heeft je om te leggen, en je af te vragen of je niet net zo goed alvast zult gaan liggen, en je dood houden (let er op dat je wel zweert niemand iets te vertellen van wat je al dan niet ontdekt hebt, dat doet het namelijk altijd goed, en niemand verwacht dat je je eraan houdt).
  1. een verzameling (van twee doosjes-mèt tot kastenvol, maar niet gebruiken);
  2. overdekte gang zonder huis of bos eraan.
  1. iewers: ergens op een bepaald moment (zie ook: 'ieverans');
  2. in een woord, in enkele woorden;
  3. ineens wakker, insekt en wereldbeeld;
  4. iemand eerst waarschuwen (alvorens hem te wervelnekken of touwen);
  5. intensief erotisch wakker / wekken / wenken;
  6. iemands ergernis waarnemen;
  7. iemands erfelijkheid weigeren;
  8. iemand ernstig wegdenken;
  9. iets echt willen.
  1. in groten dele;
  2. in grote delen;
  3. in groottes denken (en niet op gevoeligheid en gebruik letten - hak dan gewoon een boom om);
  4. ingangsgeldingsdrang;
  5. in gods dagboek
    • staan, lijkt me logisch;
    • lezen, dan moet je wel een steenrots zijn;
    • schrijven, lijkt me hovaardij;
    • buiten de lijntjes kleuren, dat zou best kunnen, als kind kom je daar wel mee weg;
  6. in gemeenschapsdienst (je mag het ook gewoon lekker vinden, je hoeft het niet als plicht of iets nu-eenmaal-afgesprokens te beschouwen, laat je toch gaan).
  1. in goede gezondheid, in geen geval, inwendig gebrekkig (gebleken) gezondheid;
  2. innig groeps-gebeuren;
  3. iemands grote genegenheid, iemands grootste gram;
  4. ignis glacis glazuur, gebakken deklaag van transparant vuur;
  5. ignis gitanae glandula,
    1. het orgaan waarmee de zigeunerin vuur afscheidt,
    2. middel wat gebruikt wordt om passioneel gedrag op te wekken,
    3. drankje wat iemand in staat stelt over en door vuur te lopen, omdat het maakt dat je niet eens weet dat er vuur is,
    4. iemand die zich daarmee gedrogeerd heeft;
  6. (door het gebruik van igg:) in (zeer zwakke) goedgelovige (staat) (zie ook: 'tgg').
  1. immens gezonde ziekte;
  2. intens gevaarlijke zieke;
  3. indirekt gebarende zonderling;
  4. (iets) ineens goed zeggen;
  5. in geheime zitting, in de grote zaal;
  6. in gemene zaken, ingemene zaken;
  7. inkeer geeft zonde (: wat tevoor normaal, door inkeer / omzwaai banaal / fataal, maw als je niets gelooft, kun je niets fout doen);
  8. instinkt groeit zinderend, instinktief (handelen is) geen zonde;
  9. impulseren gaat zienderogen;
  10. inkarneren gaat zedeloos.
  1. je schrok je te pletter toen je bijna het wak inschoof, maar nog net niet, je gierde het uit, aan alle kanten, dat stonk en werd een stevige blaasontsteking;
  2. slagroomijs, lust je dat nog wel na dit verhaal.
  1. winters gebied;
  2. wat is dat nou: vrijen met een frigidère;ijslander, tòch
  3. winterschap (hooggesloten, zie ook: 'col' en 'trui');
  4. na een verblijf in het zwemparadijs gingen we daar altijd schaatsen;
  5. slechts tijdelijke beloopbare oppervlaktevermeerdering.
  1. géén watervliegtuig;
  2. landt ook elders bij gebrek aan beter;
  3. bevroren waterlanders (zie ook: 'hete tranen');
  4. (gew: uit de middelste eeuw overgewaaide verspilziekte in tijden van overvloed die dàn sport genoemd wordt, en in andere tijden tientand... hier en nu:) eiermepper;
  5. (gew, in een ander gewest: tweede haan in het hok: als het niet míjn kuikens mogen zijn, dan komen er helemaal geen...:) het rechtopzetten van de eieren met een kleine neerwaartse beweging van 2,5 meter.
  1. onmogelijk (impossibble, vooral tussen broers en zussen), indien mogelijk;
  2. imaginair, denkbeeldig (of denk ik dat maar);
  3. imago, volledig ontwikkeld denkbeeld of ander insekt, spinnen uitgesloten;
  4. immunis magister, door de belastingen niet te grazen te nemen magiër;
  5. imitatie, mogelijk ontstaan door invloed van magiër of mime-speler.
  1. impossibel, onmogelijk;
  2. dwingend bevel van de keizer;
  3. niet-waarneembare hinderpaal (daar blijf je tegenaan lopen);
  4. nog net niet volmaakt genoeg, maar in ontwikkeling;
  5. immunitate magistris protectio, onder de bescherming van de onkwetsbare magiër (dat staat er niet echt, maar zoiets wordt wel bedoeld, hebben wij ons laten vertellen).
  1. inhouden, bevatten;
  2. bevattelijk zijn voor;
  3. geslacht van springkeizers (halfapen);
  4. verpakken, ter bescherming tegen onderkoeling of bevriezing (zie ook: 'expositie');
  5. zalvende bescherming tegen netelbrand;
  6. ondoordacht doordringen;
  7. gedachtenloos lanten;
  8. alsof vanzelfsprekend opneuven;
  9. onstuimig inbrengen;
  10. met zeer zachte drang omwikken;
  11. het inwikken van de zachte drang;
  12. ingaan op onuitgesproken wensen, en je dan soms heftig vergissen;
  13. op het punt staan om te, maar twijfelen, en dan toch maar niet.
  1. binnensmonds pom-pom-pom neuriën, maar zo dat het uit je muil puilt, en je steeds nieuwe buren krijgt;
  2. emmer over de rand gegooid, na de plons ophalen (assimilatie of zoiets van 'in de pomp vullen');
  3. waar ben jij zo uitgelaten van, er is helemaal niks geen reden voor;
  4. spuitje vertroebeling, waardoor je remmen erdoor schieten en jij / jou het steeds minder helder voor ogen schemerduistert.
  1. nauwelijks ligt ie of ie staat alweer;
  2. soepel bewegend ingaan op;
  3. soepel bewegend opgaan in;
  4. niet groeien zonder bewust gegeven aanwijzing.
  1. op niet mis te verstane aanwijzing (soms helaas onbegrepen) ingaan;
  2. iets ergens inbrengen met het gevoel dat je het er aan het uittrekken bent, het er dan maar uit halen, toch opnieuw proberen ...
  1. in 'het inbinden van boeken geschiedt kosteloos': als je op die manier een bedrijf draaiende kunt houden, is er iets anders goed mis;
  2. in 'het inbinden van boeken geschiedt kostelijk':
    1. de verkeerde lijm / bindmiddelen gebruiken,
    2. ervan genieten;
  3. in 'het inbinden van twee katernen':
    1. een bril hebben en niet te hard drukken,
    2. meer linnen, draad en karton dan leesbaar,
    3. een erg oud boek opnieuw doorslaan.
  4. in 'bindt maar wat in':
    1. wanhopig graficus tegen slechte leerling (wijzend op onleesbaar boek),
    2. wanhopig graficus tegen slechte leerling (wijzend op open deur);
  5. in 'inbinden is een/geen vak':
    1. de mond gesnoerd met bindersgaren en beenderlijm (warm).
  1. meestal in 'het hebben van i-g-d': het verkopen van kaarten, kaartjes of stempels aan de deur, waardoor men een bepaalde gelegenheid (bijv filmzaal, soos of andere uitspanning) binnen zou kunnen komen (zie ook: 'sa' ), òf, aan diezelfde deur staan, en met een niet al te intelligente blik (verplicht) tegen de ene persoon zeggen: "jij mag erin", en tegen de andere, die toevallig geen meisje is: "en jij niet, want je bent geen lid" ...;
  2. soms in 'het tonen van i-g-d': snoeven dat jij o-ver-al binnenkomt (en dat soms zelfs nog waar kunnen maken ook);
  3. soms echter in 'het ontberen van i-g-d': zelfs al ben je lid, niet binnen mogen.
  1. onverstaanbaar adviseren, vroeger werd dat orakelen genoemd;
  2. gehuld in zwartgestreept ogenblik;
  3. het opleiden, van tijdingen voorzien en wegzenden van een traditioneel geklede bode;
  4. tegenstrijdige aanwijzingen geven, bij wijze van speelsigheidje;
  5. het gaat niet om de toon, niet de toonhoogte, niet de juiste uitspraak, niet het volledige begrip, maar om de saamhorigheid, het je-eenvoelen-met;
  6. de toon was duidelijk, niet wat er gezegd werd, maar we maakten wel dat we weg kwamen, nooit geweten dat we zo hard konden lopen.
  1. [algemeen]
    1. zich met veel plezier en op z'n gemak op de aangeboden luie stoel neerzetten;
    2. zich met veel plezier en op z'n gemak laten wegglijden in een golvend gesprek, of dat nu kabbelt als een beekje of brult / bruist / borrelt als de branding;
    3. zo kan ik mij nog herinneren, dat ik eens met jou aan het praten was in een of ander groter gezelschap, en dat we (werd ons later verteld, urenlang) niet in de gaten hadden, dat er na verloop van tijd nog maar één gesprek gaande was, het onze...
  2. in 'zich innestelen in zijn haar':
    1. (oorspr níét in kunstenaarskringen:) een fatalistische leefwijze koesteren, (of zèlfs:) bij de kleinste pakjes al neerzitten.
  3. in 'zich innestelen in zijn handen':
    1. (oorspr als kunstenaarsantwoord op de vraag wat doe jij tegenwoordig: "ik heb me in m'n handen ingenesteld, maar ze laten me danig in" (uit: wildebras, en toch geen pop, 1966) ... nu meestal:) proberen te leven van de produkten die met pen, penseel of potlood aan papier worden ontfutseld (en als dat niet lukt, ga ik gewoon wat steunen);
    2. (in: de romige misdaad is sprake van iemand die "geen andere handen [meer op zich kon velen] dan mijn zelfstrelers"), drie weken na die ontdekking volgt dan ook diens begrafenis.
  4. in 'zich innestelen in zijn pols':
    1. zich met veel plezier en op zijn gemak onderdompelen in de bijwerking van overdadig, dan toch minstens overvloedig alkoholgebruik (zie ook: 'oefening baart katers').
  5. in 'zich innestelen in zijn vuisten/handjes':
    1. zonder erbij na te denken bij elke vorm van andersdenkendheid of verschil van mening of haarkleur erop slaan (bijv als je niet van rood);
    2. op vuist of handje vertrouwen (oa als je in het oerwoud / safaripark tijgers en andere apen kunt tegenspelen);
    3. stand-in (of gewoon: invaller) spelen in 'gevaarlijke films', dwz
      1. films waarbij mannetjesdieren laten zien hoezeer ze boven hun krachten zijn uitgegroeid (di bij vechtfilms, woeste-toeren-films en onbegrijpelijke-stunt-films: door de niagara zwemmen, vervolgens van onmogelijke hoogten naar beneden storten, en dan het stof van je kleren laten kloppen door oogvernielende tandpastaringen en domme kalfsogen, of, op de vleugel van een dc11 picknicken zonder veiligheidsgordel, of, zonder aanloop over een ravijn van 76,39 m springen, of, in 20 min het kanaal overzwemmen), en
      2. films waarin mannetjesdieren op een aan subtiliteit grenzende manier hun mannelijkheid laten bewonderen (bijv acht keer in tien min, of twaalf keer in een kwartier).
  1. zo vaak tegen iemand zeggen dat ie integer is, dat ie er niet alleen zelf in gaat geloven, maar het ook raar vindt, als iemand anders een andere mening toegedaan is;
  2. zo hard willen dat verschillende zaken een geheel gaan vormen, dat je over het kleinste rrotsje strruikelt.
  1. licht gevoel in hoofd na duizelingwekkende hoeveelheid introspekkies aanschouwd te hebben via het staren naar de navel.
  1. door navelstaarderij opgebouwde muren van software. (nota bene: bij overmatig bezit aan introspekkies, resp. het aanschouwen van deze hoeveelheid stijgt men op.)
  1. inzonderheid, vooral, in het bijzonder;
  2. inzamelen, inzekeren, inzet, inzending, inzake;
  3. inzakken;
  4. inname nieuwe zonnestralen;
  5. interesse naast zakkerigheid.
  1. ironisch, ironiserend, spottend;
  2. ijzerhoudend, in "een iron ben ik niet bang" (uit: van een bladspiegel gesneden zijn, 1976).
  1. interlaterale standaard afspraken aangaande maatvoering dan wel meetwijze van iets anders;
  2. niet te verwarren met iso (is niet zo interessant, leidt alleen maar af van werkelijk belangrijke zaken).
  1. internationale standaardiserings-organisatie (daar hebben wij alfabekathaners maar weinig mee te maken);
  2. kijk liever bij isa (vul daar zelf maar wat in in plaats van 'iets anders').