Toelichtende, aanvullende of verklarende tekst bij de hoofdtekst, vaak in een kleiner korps gezet (in de - lopende - tekst wordt, vaak tussen haakjes, naar de noten verwezen met superieure cijfers, asterisken, kruisen of andere tekens). De noten worden niet in de lopende tekst opgenomen om verschillende redenen:
de noot is enkel een verwijzing naar de bron van het in de tekst gestipuleerde;
de noot is een voor het verhaal zélf niet belangrijke bewijsvoering, uitwerking of uitleg van het gestelde;
de noot gaat in op een (hopelijk interessant) zijspoor, waardoor echter wel de vaart uit het hoofdverhaal verdwijnt.
Noten kunnen op verschillende plaatsen in een boekwerk aangetroffen worden:
soms in de (extra brede) marge van een pagina (dan heten ze marginaliën) - waar een noot recht naast de verwijzende plaats wordt aangebracht kan afgezien worden van nummering, omdat verwarring over waar de noot verband mee houdt niet kan optreden;
of als voettekst op de pagina (voetnoot), wat (bij uitgebreide noten) het nadeel kan hebben dat er weinig ruimte voor de lopende (hoofd-)tekst op de pagina overblijft, soms ook dat zo'n voetnoot op een volgende pagina vervolgd moet worden;
aan het einde van het hoofdstuk (eindnoot), waarbij het nadeel optreedt, dat bij begin van een nieuw hoofdstuk steeds gezocht moet worden waar hiervan de noten nu weer staan;
of zelfs helemaal aan het einde van het boek (ook eindnoot geheten) - vroeger werden deze noten doorlopend genummerd, tegenwoordig zijn ze meestal per hoofdstuk apart gegroepeerd en begint de nummering steeds opnieuw - dit kan tot verwarring, tijdverlies en vormen van irritatie leiden bij de raadpleger ("heb ik de goede noot 6 nu wel voor me"), maar wordt desondanks gehandhaafd vanwege het gemak voor auteurs, die niet bij het toevoegen van een noot aan een eerder hoofdstuk de noten in latere hoofdstukken hoeven te hernummeren, een vorm van luiheid dus (en dan te bedenken dat dat helemaal niet nodig is: benoem de noten van een hoofdstuk met het hoofdstuknummer erin verwerkt - noot 6.11 bijvoorbeeld - maar dat vereist enige inspanning van de auteur, die moet namelijk iets aanpassen in de tekstverwerker - een bevriend auteur vertelde me eens waarom hij dat niet deed "dat vind ik niet mooi", terwijl het er in feite mee te maken had dat hij bang was voor de computer).