1. Bij de (trap)degel bestaat deze uit onder en aan een zijkant in de legger aangebrachte aanlegspelden, waar het te bedrukken papier vel voor vel tegenaan wordt geschoven, vóór de degel zich naar boven beweegt.
  2. Bij de proefpers wordt hiervoor meestal het vaste raam of een van de geleiders van de klossen van de drukrol (de rollenbanen) gebruikt.
  3. Bij de snelpers bevinden zich op de cilinder de vooraanleggen, en is op het inlegblad een verstelbare zijaanleg aangebracht.
  4. Bevindt zich bij de snijmachine achter het mes en de persbalk, is een verschuifbare, vertikaal geplaatste ijzeren plaat op de snijtafel, waartegen het te snijden papier (tot een bepaalde hoogte) wordt gelijkgestoten.
  5. Die (schoongesneden) kant van het papier die met aanlegspelden of aanleggers in aanraking komt, die zijde die wordt aangelegd.