Vooraleer er sprake kan zijn van lezen, daargelaten of dat goed of slecht, met of zonder aandacht gebeurt, komt de fase van het schrijven. Over het proces wat daar nog voor zit, willen wij hier ons niet uitlaten, aangezien daar reeds vele boeken over bedacht, geschreven en vermenigvuldigd zijn - wel, hebben we toch een tipje van die sluier opgelicht, maar daar laten we het dan toch bij.

Jij schrijft iets en met wat geluk (jij schrijft in een voor mij leesbare taal, tekenreeks en handschrift) kan ik het lezen als ik het onder ogen krijg.

Dat is echter niet hoe jij het bedacht, hoe jij het wilde. Jij wilt niet alleen door mij gelezen worden, maar door zoveel mogelijk mensen, jij wilt dat die jou bewonderen over hoe mooi jij toch wel kunt schrijven, jij wilt dat al die mensen jou een Groot Schrijver vinden, liever nog, dat ze luidkeels tegen jou en heel veel anderen zeggen dat jij de grootste schrijver aller tijden bent, zodat iedereen al jouw verhalen wil hebben om ze dagelijks te kunnen koesteren, sorry, lezen. Om dat mogelijk te maken zijn er in de loop van de tijd wat ontwikkelingen (nodig) geweest.

Allereerst natuurlijk ontstond er in een lang vergeten verleden taal, in wier voetspoor het schrift liep, we ontdekten mogelijkheden om schrift te maken en materialen waarop dat kon, er ontstonden zelfs hele organisaties die vrijwel uitsluitend bezig waren met het overschrijven van oude verhalen om daar maar meer exemplaren van te hebben zodat meer mensen er tegelijkertijd kennis van konden nemen - o, dat waren glorierijke dagen, maar er bleven nadelen aan deze vorm van reproductie verbonden, het ging zo langzaam (soms nog geen half vel per dag) en dus was het duur.
Daar moest natuurlijk iets op gevonden werden, en zoals altijd, als je maar goed genoeg zoekt, dan vind je het, ook al leek het in eerste instantie tot een nog langzamere reproductie te leiden. In plaats van dat iemand een bladzijde overschreef op een vel, sneed hij die tekst en het plaatje wat erbij stond uit in een blok hout - dat duurde weken om het mooi te krijgen. Maar als dat houtblok dan eenmaal af was, dan kon je er in een paar minuten een exemplaar van trekken (door er inkt op te smeren, daar een vel op te leggen, en daar dan weer op te duwen, te drukken, zodat de inkt aan het vel bleef hangen) - kijk, nu hebben we het ergens over.
En toen waren ineens de vellen op, dat is behoorlijk vervelend, maar wat doe je eraan? Nou, vrij logisch, iets anders verzinnen. Op een of andere manier kwam men er achter dat je van lompen een soort blad kunt maken waar je inkt ook aan hecht (dat proces is te ingewikkeld om hier even uit te leggen, dus dat laten we gewoon na).

Maar we zijn er nog niet. Omdat er meer mensen kwamen die konden en wilden lezen (en ik meen dat er daarom ook minder tijd was om oorlogje te spelen, maar dat weet ik niet zeker, ik was er niet bij toen) was ook deze snelle reproductie-manier al gauw te langzaam. Probleem heeft oplossing nodig dus die komt er. Over de hele wereld werd meegedacht (maar dat wisten we niet van elkaar, er was nog geen internet en e-mail) en in Korea werd de oplossing gevonden: losse letters (die noemden ze daar karakters, is ook goed) van gebakken klei bijvoorbeeld, die legden ze in de goede volgorde in een bak, inkt erop, een vel of zo'n lomp blad erop, klaar - in een andere volgorde leggen voor het volgende stuk van het verhaal, jees, dat ging snel. Maar dat wisten we hier niet, dus in Duitsland was er iemand die ook zoiets bedacht, maar die maakte letters van lood (en nog wat ander chemisch spul daardoorheen) en hij bedacht met zijn vrienden een methode om nog sneller meer exemplaren van hetzelfde verhaal te kunnen maken - vanaf die tijd heet dat drukken, boekdrukken, een beetje een vreemde naam, want het is eigenlijk letters-en-plaatjes-drukken. Alle bedrukte vellen of bladen van een verhaal moesten bij elkaar blijven, dus daar hebben ze het binden voor uitgevonden (ik meen dat ze daar in Egypte ooit mee zijn begonnen) en in plaats van vellen of lompenblad wordt er nu papier gebruikt (weer zoiets ingewikkelds, dat wordt vooral gemaakt van planten, dennenbomen bijvoorbeeld). Dus na verloop van tijd heb je als drukker een hele voorraad van verhalen in gedrukte en gebonden vorm (voor het gemak noemen we dat boeken), maar hoe komen die nu bij al die lezers? Dat ga je als drukker niet zelf doen, want je heet niet voor niks drukker, dat is wat je doet. Er zijn natuurlijk altijd wel familieleden die met jouw versgedrukte boeken op de markt willen gaan slaan (alleen is regen niet zo goed voor het behoud van die dingen), dus je huurt of koopt voor die familieleden een pandje vlakbij de markt en je noemt dat 'boekverkoperije' (de opkamer voorzie je van een groot venster en daarin stal je voorbeelden van je koopwaar uit, je etaleert zogezegd wat je aanbiedt) of 'lees je rijk', maar de bezoekers moeten dat lezen dan wel thuis doen door het boek te kopen en jou rijk te maken.

Weer terug naar het hoofdverhaal: jij bent een schrijverd (een heuse kunstenaar) en jij wilt lezerds, dus je zoekt een zetterd en een drukkerd en een binderd en een verkoperd (nee, als je slim bent doe je dat zoeken allemaal niet zelf, dat laat je doen door een uitgeverd, dat kost dan wel wat, maar die heeft toch niks anders te doen, en jij moet schrijven, want sommige verhalen moeten eruit, een kunstenaar moet zich uiten om het risico van gek worden enigszins te verkleinen).

Als je het goed aanpakt bewerkstelligt dat een hoop zaken: jij genereert uit de verkoop van je boeken zoveel geld dat je daarvan kunt leven, en je zou wel gek zijn als je dat niet deed, daarnaast stimuleert het je om meer te schrijven, en het gemakkelijkste is dan natuurlijk hetzelfde verhaal maar net iets anders.

Maar zover zijn we nog niet, jij bent nog niet erkend als 's werelds grootste schrijver, je hebt pas net je eerste verhaal geschreven, omdat je toevallig toch even niks te doen had, de proef die je moest doen voor chemisch-analytische micro-biologie (de lakmoes-kikkerproef op collagene caroteen in rietsuiker-oplossing) had je na tien minuten al klaar, en in het vorige lesuur had je al genoeg uit je neus gegeten, dus wat dan beter dan net te doen of je een verslag schrijft over die foto-synthetische petri-schaalvervuiling - voor je het wist was het een heus verhaal geworden, nee, een Verhaal van Wereldklasse (minimaal), dat zo verfilmd zou kunnen worden, maar ja, dan moest de grote regisseur het wel kunnen lezen.
Je gaat naar die kerel van de taaldrukwerkplaats (da's lekker om de hoek), want die drukt soms boeken in kleine oplage - en meer is niet nodig, want je weet al precies wie het moet gaan lezen om het balletje naar roem, faam en veel geld aan het rollen te brengen.
Een probleem kom je tegen, maar één, dus laat jij je daar door uit het veld slaan? Nee, dat dacht ik wel.

Wat het probleem is / was - wie wil dat weten?

O jij, de onvermoede lezer, nee, lezeres, ah, de Vriendin van de Toekomstige Grootste Schrijver.
(Voor alle andere leesogen op deze pagina: arm meisje, het is lastig om vriendin van een kunstenaar te zijn, en nog wel van een van wie het kunstenaarschap nog helemaal niet vaststaat.)
Het probleem is dat de taaldrukker vooral dat soort boeken drúkt, maar het zetten, dat laat hij aan de auteur(s) over - niet dat hij ze niet duidelijk instrueert en altijd klaarstaat om te helpen, maar zétten moet de schrijver zelf doen - jij allang blij dat het een kort verhaal is, met potentie weliswaar, maar toch, gelukkig niet te lang.

 
(*) Het belangrijkste is dat het gezet wordt. Niet alles is geldverdienen. Zeker niet altijd op de gemakkelijke manier. Soms moet je er hard voor ploeteren. En oppassen waar je je vingers laat. Aflikken is uit den boze als je aan het zetten bent vanwege de kans op loodvergiftiging. Je moet altijd goed je handen wassen voor je wat eet, maar in ieder geval dan. En veel melk drinken is ook een aanrader.
Het wordt tijd dat er gezet wordt. Je neemt de kopij voor je. Kopij heet de tekst die gezet moet worden, bijna alsof het over een kopie gaat, in plaats van over jouw eerste meesterwerk. Zin voor zin zet je in de regelhaak, woord voor woord, letter voor letter, nette spaties tussen de woorden, tot de regel vol is. Je verplaatst de zetlinie en zet de volgende regel, tot de zethaak vol is. Dan schuif je het gezette voorzichtig op een galei, met zetlood en ander wit eromheen om te voorkomen dat het pastei wordt. Netzolang tot je een pagina gezet hebt. Die wordt op het steen ingesloten en op de pers wordt er een proef van getrokken, ter correctie.
Na fiattering van de vereiste pagina's kan de oplage gedrukt worden, per hele vorm natuurlijk - afhankelijk van het inslagschema. Eerst de schoon-, dan de weerdruk. De bedrukte vellen worden tot katernen gevouwen, waar nodig gesneden, en tot boekblok vergaard en genaaid gebonden. Na schoonsnijden is het tijd om het blok in de band te hangen.

Dus, uiteindelijk, daar heb je het in de hand, je eerste boek, met de hand gezet, door jouzelf, gedrukt in een kleine oplage, door de taaldrukker en jou samen, zelf verspreid (aangezien daar geen boekhandel tussenzit, zijn alle inkomsten winst na aftrek van alle kosten) - nou ja, er zijn geen inkomsten, want alle exemplaren zijn door jou weggegeven, nu is het wachten op de film, zullen we proberen te raden welke regisseur als eerste zal toehappen - is goed, stuur me maar een e-mailtje, naar dat adres onderaan op de pagina, daar waar 'vraag' staat.

Eh, in het kader van dat ik écht wel weet waar ik het over heb, klik hieronder maar op het lijntje, dan kom je bovenaan de pagina uit, daar staan de titels van al die hoofdstukken die bewijzen dat wat ik zeg klopt (en over dat taaldrukken vind je, via 'home', iets in een ander stuk van mijn website). Nou, vooruit, doen dan, naar boven.
 

(*)
(Een deel van bovenstaande tekst werd lichtelijk herschreven om een feestje te bouwen voor een corrector. Naderhand vertelde hij voor een volgend partijtje liever geen uitnodiging te ontvangen. Dat bevreemdde ons, maar we kunnen niet anders doen dan 's mans wens respecteren. Juist, en hieronder staat dus de herschreven tekst, waarvan uiteindelijk het derde deel niet eens helemaal gebruikt werd als voorbeeld bij correctietekens.)

Het belangrijkste is dat er gezeten wordt. Is niet alles geldverdienen. Zeker. Niet altijd op de gemakkelijke manier. Soms moet je er hard voor ploerten. En oppassen waar je je vingers laat aflikken. Is uit den boze als je aan het zitten bent. Dan wege je kans op loogvergiftinging. Doe meestal tegoed je hand en wassen wat je eet, maar in eender geval dat. Teveel melk drinken is ooit een aanrander. Het wordt tijd dat die gevangen gezet wordt.

Je neemt de kopjes voor je. Kokend heet de tekst die gezet moet woorden, bijna alsof het overeen kopje gaat, in plaats van over jouw eer, de meester werkt. Zin voor zin zit je in de rege1haak, woord, voorwoord, letter, voorletter, nette spatjes tnssen de moorden, tot de egel wol is. Je verpatst de zetlinte en zet de volgende regel, tot de zetzaal dol is. Dan schuif je het gezellig doorzichtig op een gelei, met potlood een andere ruit eromheen om te voorkomen dat de pastei koud wordt.

Netzolang tot je eem pagina bezet hebt. Die wordt in de steen opgesloten en op de pers wordt er een proef van gedronken, ter connectie. Na flattering van de verreisde pagina's kan het op laken gedrukt worden, per gele worm natuurlijk - afhankelijk van het instantschema. Eerst de schoen-, dan de veerdruk. De bedrukte vellen worden tot kazernegebouwen, waar nodig gesnepen, en tot boekbloek verjaard en gemaaid gevonden. Na schoon snijden is het tijd om het blok aan de kant te hangen.