vergine persing van kooltje-nel

preloog

een modern sprookje is het waarin we terechtkomen, met prinsen op paarden (geharnast met gedopte dekens en steeds nét niet in beeld), met woeste stierdraken die gedood worden (jammer genoeg vloeit er meer bloed), met een koningin-regentes die zich uiteindelijk ten gunste van haar kleindochters, de ongekroonde koninginnen, terugtrekt en een nieuwsgie­rige buitenstaander die niet weet wat 'm overkomt, maar er wel helemaal weg van is ...

terugblik

olijven zijn goede vrienden van me - en (er) bijna altijd geweest moet ik zeggen, hoewel de vriendschap meestal niet van lange duur is, omdat ik vaak tijdens de kennismakingsronde al begin met de mij als aantrekkelijkst voorkomende exemplaren aan een grondig hand- en tandtastelijk onderzoek te onderwerpen, wat zij (en dat kan ik beter direkt en zonder enig voorbehoud bekennen) over het algemeen niet zullen overleven ...

terwijl ik met veel smaak (na het weg laten lopen van het door-en-door zwarte en bremzoute water, waarin de pitlozen dreven) een paar exemplaren wegknabbel, heb ik tijd om hun voorlaatste rustplaats te bekijken, en dan vooral de buitenkant ... het blik is (zoals gebruikelijk) van carbonell (oftewel zwarte nel), wier foto nadrukke­lijk verleidelijk op de buitenkant afgedrukt is - nel is een zwoel ogend model, met een goed-ingevette kop zwart haar met middenscheiding, uit de glorietijd van de stomme film, toen zwart omfloerste ogen met wim­pers als waaiers de emotionele wanhoop, waarin zij regelmatig moest verkeren, dienden te aksentueren ...

zwarte nel op haar muurtjezwarte nel zit, lange witte wijd uitwaaierende jurk tot op de grond op een muurtje van grote gehakte rotsblok­ken (zou ze staan, bewegen, draaien, dan bleek vast ook dat ze zwarte schoenen droeg met hoge blokhakken, lomp en sierlijk tegelijk) - haar houding suggereert dat ze op het punt zit om in een vurige flamenko-dans op te gaan (staan) ... daarvoor pleit de rest van haar aan­kleding, want zowel de rode sjaal-omknoopbloes als de in heur haar gestoken zwarte sierkam (gemaakt van een van de hoornen van de stier die de doder was van de mata­dor met wie zij verloofd was) als de bij haar rechteroor in heur haar gestoken gele bloem en de mogelijk in haar handen aanwezige kastanjet­ten koppel je moeiteloos aan een spaanse danseres, eerder dan aan een fruit­plukstertje (zelfs als dat olijven van een tak boven haar betreft) ...

haar pose laat echter beide mogelijkheden wel open, navraag leverde geen verduidelijkend antwoord op (zwarte nel begreep het konsept telefonie niet écht, zullen we maar zeggen) ...

terwijl ik dit schreef, zie ik, heb ik het blik kompleet leeggevroten ... hoe schaamteloos misdraag ik mij soms ...

voorpret - de reis

na 'n proefversie van deze geschiedenis (een uitgebreidere versie van 'terugblik' hierboven) kreeg ik een e-mail uit spanje, waarin nel zich lichtelijk bekloeg - de titel ging zo uitge­sproken over haar, dat ze verwacht had wat meer over zichzelf te weten te komen, dan wat flarden over een foto op een konservenblik, ook al was het een foto van haar en was m'n interpretatie ervan niet veel bezijden de waarheid ... tijd om haar op te zoeken ...

bij ontvangst beschouwde ik het e-bericht al als een uitnodiging om het verhaal zorgvuldig uit te breiden (en zoiets doe ik dan het liefst met inlichtingen uit eerste hand) ... daarnaast grijp ik een aanleiding om spanje weer eens te bezoeken graag aan - eerst naar zwarte nel in het zuidelijke córdoba en terug over barcelona ...

de reis naar het zuiden vloog om en niet alleen vanwege de snelle treinen naar parijs en via irún naar madrid en córdoba ... terwijl ik vlak voor segovia eindelijk in de restauratiewagon een plek kreeg om wat te eten en mét mij nog ene jorge, met wie ik al wachtend al wat onzin had staan uitkramen en die me al etend (nee, niet met volle mond) vroeg naar herkomst en reisdoel - hij legde z'n bestek neer en vertelde dat ik vanuit madrid beter een regionale trein naar aranjuez kon nemen (in plaats van 250 km onnodig door te stomen), want daar kon ik "la nela nera" vinden in een uitspanning die "las orejas del matador" ('de oren van de stierenvechter') heette ...

van opluchting, want ik was ineens zowat op het eindpunt van m'n reis, zakte ik wat onderuit - dat vond jorge niet wijs, het was nog zo'n tien minuten naar madrid zei hij, zou ik niet beter snel m'n spullen bij elkaar zoeken (en nee, ik mocht niet betalen voor eten en drinken, hop, ga nou) - ik bedankte hem voor alles en liep snel naar m'n koepee en rugzak - net op tijd was ik uit de trein, de deuren gingen weer dicht en het spul reed verder ...

bij het uitstappen viel (na de koele trein) de hitte in het station als een verstikkende deken over me heen - en wat was die rugzak zwaar ... pas de volgende ochtend, ruim acht uur later, wilde een boemel me naar aranjuez brengen ... eenmaal het station uit bleek de temperatuur al iets minder benauwend ... eerst maar een terras op­zoeken - natuurlijk kon ik koffie bestellen - binnen stond rodrigo's konsert van aranjuez op - ontspannend ...

"je komt vast helemaal uit parijs en had meteen verder gewild", begon de waard, toen hij een kwartier later kwam vragen of alles naar wens was, "maar vandaag reed er geen trein meer de goede kant op, klopt dat?"

"ja, en het was nog maar een klein stukje, naar aranjuez."

"aha, vandaar mijn impuls om, voor het eerst in jaren, het konsert in de cd-speler te schuiven", zei de kaffeebaas, waarna ik me afvroeg, hoe hij een voorgevoel kon hebben als ik nog op het station zoek naar lijsten met bestemmingen en vertrektijden ...

terwijl hij gebaarde of hij erbij mocht komen zitten, vroeg hij of ik voor wat belangrijks zo ver van huis ging ... "alweer prijs, ik hoop er 'la nela nera' te vinden, die zich in een verhaal van me tekortgedaan voelde."

hij stond meteen weer op, "dan kan ik beter eerst nog wat te drinken halen voor we verder praten" ....

de man leek ergens van te zijn geschrokken, en misschien bleek zijn animo om te praten wel verdwenen als hij terugkwam met het volgende rondje koffie voor één ...

hij nam er de tijd voor, deze keer - een paar maal had ik het idee dat ik vanuit de zaak bekeken werd, maar ik had geen zin om me om te draaien om daar iemand op te betrappen (of om voor gek te worden versleten) - tenslotte kwam een wat oudere vrouw gekleed in het wijze weduwenzwart me een 'carajillo soberano' en een glaasje water brengen: "vicente komt er zo aan" - ik was gekeurd en mocht blijven, een hele geruststelling ...

"doña serena zegt, dat u goed verzorgd moet worden, omdat u aangeraakt bent", hoorde ik vicente achter me zeggen - nu draaide ik me half om, hij torste twee grote rechthoekige dienbladen, met op elk zeker drie grote schotels, met van alles erop ... uit de tijd dat ik zelf bestellingen liep, wist ik dat er niets zo link is als een klant die plotseling opstaat om een deel van je uitgebalanceerde armvracht te plukken ... rustig bleef ik dus zitten ...

rodrigo's cd was afgelopen - het bleef even stil en toen vicente klaar was met het volzetten van 'mijn' tafeltje en dat ernaast, waande ik me in de nachtelijke spaanse tuinen (van de falla) ... doña serena bracht ook voor hem koffie en water, knikte mij toe en verdween weer ... vragen naar doña serena's 'verzorgende' uitspraak had geen zin (vicente zag eruit alsof hij z'n mond voorbij gepraat had) en als het gesprek in de richting van zwarte nel ging, reageerde hij alleen maar ontwijkend - verder was er weinig waarover het gesprek niet kon gaan ...

al pratend, etend en drinkend gleden de uren langzaam voorbij en toen de stad wakker werd en de zon zich ook weer liet zien, kwam er heel wat volk op het terras zitten, terwijl het kaffee klonk als een overbevolkte duiven­til - de keren dat vicente ging kijken of zijn hulp nodig was, werd hij weggestuurd met de boodschap dat hij zijn gast niet zo moest verwaarlozen, en dat hij normaal op dit moment ook in zijn bed zou liggen ...

omdat ik vermoedde dat het tijd was om te gaan treinen, vroeg ik vicente wat ik hem schuldig was - hij grijnsde en zei: "helemaal niets, u bent onze gast", weer dat vormelijke u, terwijl we de hele tijd je en jou gebruikt had­den, "en zo dadelijk komt carmen, die u voor ons naar las orejas brengt" en daarbij wapperde hij met z'n handen om aan te geven dat dat niet ter diskussie stond en we er verder ook geen woorden over vuil zouden maken ...
 

voorspel

op het moment dat er een auto stopt die "taxis carmen" heet, daar een jonge vrouw uitstapt die met kordate passen het terras oploopt, valt er een korte stilte - die vervolgens gevuld wordt met stevige omhelzingen en kussen, door vicente (die ze tío, oom noemt), doña serena en wat anderen, in wie ik plots ook trekken van zwarte nel meen terug te zien, maar dat kan best allemaal op fantasie berusten ...

toevallig hoor ik serena tegen carmen zeggen "hij weet niks, leg hem niks uit, alles gaat goed komen" en ik vermoed dat ik die 'hij' ben, die vooral in het duister gehouden moet worden, dat kan nog een prettige reis worden ... nou ja, ook reizen in nietszeggende stilte kunnen je brengen naar waar je heen wilt ...

de verwachte stille afstand valt heel erg mee - om te beginnen word ik uitgenodigd om voorin te komen zitten, de meter wordt niet aangezet (wat klopt met wat ik dacht dat vicente bedoelde), en carmen vraagt meer aan mij dan ik aan haar - omdat ik al haar vragen zo eerlijk mogelijk beantwoord, daarin hooguit gehinderd door het feit dat ik nu andere woorden nodig heb dan in het gesprek met vicente - lang geleden dat ik in het spaans over persoonlijke dingen gepraat heb ...

afijn, carmen heeft in haar taxi jarenlang toeristen gehad, kan mij daardoor soms gezochte woorden aangeven waar ik zelf niet opkwam, maar die wel de juiste zijn, omdat alleen het uitspreken de woorden al op hun plek zet, dus vrij snel zitten we te gieren van het lachen, omdat zij mijn zinnen af kan maken en ik haar soms ant­woord kan geven voor ze een vraag gesteld heeft - en dan wilde ze toch iets heel anders vragen ...

wat een heerlijk taalbad - te meer omdat carmen de tocht flink van natuurschone omwegen voorzag, wat het gesprek heel wat meer tijd gaf dan het halve uur wat een rechtstreekse rit zou duren - zo hoorde ik dat serena het jongste zusje van la nela was - dat er in de familie iets vreselijks gebeurd was, waardoor de kinderen geen kon­takt meer hadden, en nog steeds niet - dat serena daar erg onder leed, en la nela vast net zo - dat jaren nadat nel verdween, serena haar toevallig ontdekte en prompt net zo veel dichterbij verhuisde als ze durfde zonder dat het een bewuste provokatie zou lijken ...

carmen vertelde er niet bij, wie er geprovoceerd had kunnen worden, la nela of de familie en ik vroeg er niet naar, want had doña serena carmen niet op het hart gedrukt om me niks wijzer te maken - of had ik dat stukje gesprek juist móéten horen om te voorkomen dat ik met lastige vragen carmen in het nauw zou drijven?

tenslotte lag aranjuez voor ons - carmen zette de wagen aan de kant en vroeg of ik nela voorzichtig de groeten van serena wilde doen, als daar ruimte voor was - zij zelf kon dat niet doen, omdat ze familie was, maar vond ik ook niet, dat verdriet in de familie gedeeld moest worden in plaats van voor scheiding te zorgen - meer dan knikken kon ik niet - jaren pijn waren bijna tastbaar ...

misschien tien minuten zaten we zo, in stilte, tot de buitenwereld weer doordrong - daarop boog carmen zich naar me toe, trok me stevig tegen zich aan en kuste me hard en lang vol op de mond tot alle spanning verdwe­nen was en het lichaam begon te reageren ... toen liet ze me los, ging weer goed achter het stuur zitten, ademde diep in en uit, zei "nu praten we niet meer, okee?" - ik knikte weer - nog een diepe zucht, even 'n kneep in m'n knie - ze startte de wagen en reed aranjuez in, door en weer uit ...

ze stopte voor een groot oud gebouw, een herberg of pension, zette de motor af, liep om de wagen heen, open­de het portier aan mijn kant en zei: "we zijn er, meneer, dit is 'de oren van de stierenvechter' - gaat u maar naar binnen, ik breng uw bagage wel" ... de deur ging open en daar stond de jonge uitgave van la nela nera die ik op de website van carbonell al zag ...ama-luz op hetzelfde muurtje

"ama-luz", stelde ze zich voor, "je herkent me, zie ik."

daarop richtte ze zich tot carmen die aan kwam lopen met mijn rugzak, alsof er niks in zat: "we hadden je ander­half uur eerder verwacht, zus" - "ach, toeristische route, zijn spaans wat opknappen, en nú is er toch nog geen haast?" - "nee, dat klopt" - "en hij blijkt geen slecht gezelschap" ...

carmen zette m'n rugzak op de stoep en omhelsde haar zusje hartelijk - die kneep ineens haar ogen half dicht, hield grote zus even van zich af - "hé, je hebt hem gekust", stelde ama-luz vast - carmen grijnsde, licht blozend "voor jou geen geheimen, zusje, sé zei dat alles nu goed gaat komen" - "dat denk ik ook, dat maakt me bang voor daarna" - "álles, zei sé, álles gaat goed komen" ...

"carmen?", zeg ik, verder niets - ze knikt - langzaam wordt haar gezicht rood - "stop", zegt ama-luz hoofdschud­dend, "dat niet nu, andere dingen eerst" - "sorry", zeg ik, "er is zoveel wat ik nog niet weet" - "het is goed, nog één dag, je hebt slaap" - "dat klopt" - carmen pakt m'n veertje van een rugzak weer op, "kom" - een trap op, ze opent een deur, naar diepe duisternis, "dit is je kamer, ga slapen, ik zie je" - ze trekt de deur achter zich dicht ...

als m'n ogen aan het weinige licht wennen, valt een groot bed, gedekt met witte lakens, als eerste op, logisch, groot wit vlak in het donker, een stoel ernaast, waarop ik ga zitten om m'n schoenen uit te doen - terwijl ik me uitkleed, verschijnen een wastafel en een toilet achter een halfopen deur - als ik daarvan gebruik gemaakt heb, sla ik het bovenlaken opzij en ga op het andere liggen - het laken slaat zichzelf terug en dan val ik in slaap ...

in m'n droom dansen nela, carmen, serena en ama-luz - nela stopt als eerste, serena rechts als steun, ama-luz links, ze lopen naar de andere kant van de zaal en drinken lachend en huilend samen koffie, carmen ligt bij mij in bed en kruipt in mijn slaap, twee eeuwenoude japanse notenbomen zijn wij, in de wortel van de wereld ver­groeid, takken vervlochten tot luchtbruggen, bladeren gerangschikt tot zonneschermen, als één bewegend in de wals met de wind, veertig meter hoog steken wij onze messcherpe neuzen bellenblazend omhoog in de regen, en we lachen, lachen om het onstuimige gedrag van de vogels die hun nesten bouwen in onze honderden oksels, valken en duiven en merels en al - mijn droom wordt een steile trap naar een diepere slaap zonder zelf ...
 

[verder met] ontspanning