tattoe treesje
 

als harten op steeltjes ontstaan we (al lijken we in het begin proportioneel gezien meer op een vlekje op de bovenzijde van een boomstam), omdat het hart van nature nieuwsgieriger is dan groot en met zijn bollige toet ver boven het maaiveld uit wil komen om maar meer te kunnen zien.

een wierookstokje heeft een groter bereik naarmate het kleiner wordt, opbrandt, waarom weerhoudt dat haar (of hem misschien?) er niet van om dat fatale vuur op te zoeken?

het vliegen van vogels is niet zo'n kunst als de mens – vaste vloer, weinig inlevingsvermogen – denkt: je gaat gewoon op de lucht zitten op een plek waar die omhoog wil, huppelt naar de volgende stijger als die onder je er genoeg van heeft, en als je naar de grond terug wilt, laat je je gewoon door een luchtkier vallen, meer eten is er niet aan het ei – dat vleugelgefladder enzo is uitsluitend om indruk op de meiden/kerels te maken, laten we elkaar geen koekoek noemen.


bikkelhart
soms groeit het hart zo hard van verrukking of verdwazing, als daar verschil tussen is, dat het steeltje dubbelklapt en de vertikale rollen omgedraaid worden: het hart stuitert traag op z'n wortels door eigen kloppendheid en het steeltje neemt de speurende honneurs waar, al weet het niet waar het allemaal op moet letten – eenoog kan geen diepte schatten – maar zo ontstaat wel de , of de kapitale , een zacht wuivende grashalm boven een uitbundig bloeiend polletje genot of pijn.

en soms zelfs ontstijgt het hart zijn eigen groeiproces, raakt los van been en vormt het pulserend puntje op de .

treesje kon er niks mee, zelfs niet in henna.