er was eens een jongetje, dat meende
dat de hele wereld om hém draaide.

Niet zo vreemd natuurlijk, want dat hebben we allemaal gehad, ook de meiden onder ons, maar bij de meesten is dat een (korte) ontwikkelingsfase.

Niet dat het er iets toe doet, maar bij zijn doopsel (katholieke ouders, weetjewel) was er enige verwarring rond zijn naam, moest hij nu als Martijn (van de heilige Martinus, die zijn mantel in tweeën sneed en de helft aan een bedelaar gaf in een barre winter) of als Thommy (van Thomas, omdat de jonge vader eigenlijk niet kon geloven dat hem een kind overkomen was) door het leven ... de peetmoeder besliste en het jongetje werd Martijn gedoopt (peetmoeder overleed kort daarop, waarschijnlijk zonder oorzakelijk verband).

Martijn had geen broertjes of zusjes, want ma besteedde veelteveel aandacht aan haar eigen hemelse lichaam (als in zonnetje of, nou ja, centrum van alles) om nogmaals zwanger te worden, want één keer (van Martijntje weetjewel) was al een keer teveel (moet je die striemen zien), maar goed, daar kon je met een goede make-up de aandacht wel van afleiden, en voorzover er sprake was van huwelijkse plichten, had zij haar deel daarmee ruim ingevuld.

Ma trok er regelmatig vantussen, en of pa (of wie dan ook) al dan niet voor dat jong zorgde, dat was haar allemaal om het even, het hield haar geen moment bezig, ze had alleen maar last van dat kleine kreng als ze thuis was (natuurlijk alleen maar als ze daar was), dus daar vond je haar niet vaker dan hoognodig was, voor schone kleren of, nog belangrijker, om geld van pa te eisen.

Pa, aan de andere kant, deed z'n best om niet alleen hartstikke hard te werken, maar ook nog om Martijn te verzorgen en (pogingen in het werk stellen om hem) op te voeden, hetgeen, aangezien hij zelf emotioneel niet zo ontwikkeld was (hij was niet voor niks met het mooiste leeghoofd van zijn dorp getrouwd), Martijn vooral oog voor de buitenkant opgeleverd moet hebben.

En natuurlijk kreeg Martijn ook de vlotte babbel van pa mee (daarmee had hij ma in bed en bootje geluld, want hebben en houden moest en zou hij haar), stelligheid gepaard aan totale inhoudsloosheid, gevlei gekoppeld aan halve waarheden en klinkklare onzin.
Een van de dingen die Tijn oppikte (en die hem niet vaak genoeg verteld konden worden, verhaaltjes voor het slapen gaan) was dat hij in zoveel dingen leek op z'n moeder ... en vanuit de verliefdheid die pa tegen beter weten in tot aan zijn dood op ma projecteerde, kon dat niet anders dan als positief worden uitgelegd (door de jongeman natuurlijk, want wij, de omstanders, hoorden daar vergeefse pogingen in van pa om zichzelf en zoonlief wat realiteit bij te brengen).

Nu heb ik ons in het verhaal gebracht, waarom hebben wij nooit ingegrepen, vroeger, in ieder geval voor het te laat was, vóór Martijn zichzelf uitriep tot opvolger van zijn ma en dus het onmogelijk te missen centrum van het universum? Eerst was dat, omdat we niet in de gaten hadden dat Martijn tot een verkrampte kromheid opgroeide, hij leek het allemaal best op waarde te kunnen schatten, en toen we er veel en veel later achter kwamen dat hij ons allemaal al die jaren bespeeld had, was er geen doorkomen meer aan.
Voor een aantal van ons was het ook niet zo slim om met een alternatief wereldbeeld bij M'tijn aan te komen, over het algemeen hadden die zich in een afhankelijke positie laten manoeuvreren, in zijn gezelschap 'mogen' verkeren leverde status op, het verschil tussen iemand zijn of niet. En de anderen, die hem niet overal gelijk in gaven, waren allang gedumpt, want zo werkt dat.

Afijn, voor Martijn was het leven een godsgeschenk ... hij heeft zich dan ook een tijdje Theodoris laten noemen op de middelbare school, met een foute -i- vanwege zijn eerste liefje.

Doris, een door de wol geverfde tante (niet alleen door de wol trouwens, ze gebruikte netzoveel schminck als de toneelakademie), leerde hem dat alle vrouwen geneukt willen worden en eigenlijk alleen maar voorspel wilden als een kerel ze niet de baas kon. Martijn werd meester in het snel en hard pompen, en na het klaarkomen (het zijne dan, dat van haar was niet belangrijk, dat kon ze zelf véél beter) mocht hij zijn kop tussen haar tieten stoppen, want dat wond hem zó erg op, dat hij nog een keer stevig in haar tekeer kon gaan, en soms zelfs een derde keer.
Dan had Doris inmiddels op zoveel plekken pijn, dat ze rustig kon gaan slapen, want in pijn daar zat háár ding, alleen heeft ze dat nooit tegen Theodoris verteld, tegen hem zei ze dat hij neukte als een god, de beste van allemaal (ze had er een paar meer gehad gaf ze toe), nu hoefde ze nooit meer een ander.

Dat heeft zeker drie maanden geduurd, tot Doris hem vertelde dat ze zwanger was (van een ander, zei ze, en dat waren twee leugens). Theodo-Martijn wilde geen kinderen, wat dácht ze wel niet, en van een ander al helemáál niet, én hij zat nog op school, én ze zou nóóit meer met een ander neuken had ze gezegd (dreinde hij door), hij wilde haar nooit meer zien.

Martijn begreep maar niet dat Doris niet voldoende had aan zijn goddelijkheid, nou ja, háár gemis, voor haar een miljoen andere wijven, Doris was gewoon gestoord, dat kon niet anders.

Drie weken later had Martijn een échte vriendin, althans, hij was smoorverliefd op een prachtmeid, en wat belangrijker was, zij ook op hem (dat ze niet alleen mooi was aan de buitenkant ging helaas aan hem voorbij, maar zij hield genoeg van hem om daar overheen te stappen). Martijn vergat zelfs de wijze neuklessen van Doris, stom kútwijf, en het duurde een hele tijd voor ze elkaar zelfs maar aanraakten op -eh- op díé plekken, kussen en kozen, lieve woordjes en rozen, dat was allang voldoende, en ze heette gewoon Rietje, niks aparts.

Na de middelbare school gingen ze allebei studeren aan opleidingen in dezelfde stad, kwam dat even goed uit, hij wilde journalist worden en zij lerares engels. Ze gingen samenwonen, zelfs met een contract. Af en toe bleef hij wel eens een nacht slapen bij een studiegenóót (met de nadruk op de mannelijke uitgang, terwijl het altijd meiden waren), vanwege een werkstuk, of een nakend tentamen, of omdat ze te laat uit de kroeg gevallen waren, maar daar moest Rietje niks van denken, want hij hield alleen van haar.
Terwijl zij haar best deed om hem te helpen (bijvoorbeeld door een artikel te redigeren of over zwakke plekken daarin goede vragen te stellen), had hij steeds een smoes, dwingende afspraak in zijn agenda, och shit, vergeten op te schrijven, maar dan moet ik zus-of-zo, als zij ergens moeite mee had in haar studie.
Op een gegeven moment hield ze nog wel van hem, maar niet meer zoveel als vroeger, niet meer genoeg om al zijn zelfzucht buiten beeld te houden. Tot overmaat van ramp (voor hem) en enigszins slecht gepland (voor haar) werd ze toen ook nog zwanger (van hem, daarover bestaat geen twijfel). Van die tijd heeft Martijn nauwelijks iets meegekregen, want hij moest afstuderen, en hij was tenslotte niet zwanger, zij wel, nou dan.

Kareltje werd geboren, maar Martijn zat met vrienden in de kroeg, want je moet je sociale contacten goed bijhouden, en bovendien, Rietje en hij woonden toch al maanden niet meer samen. Juist, ook een manier om te zeggen wat er gebeurd was. Hij was gewoon lompweg vertrokken met al zijn spullen (en misschien ook wat van de hare) en hij had haar met de schulden laten zitten, die had hij immers niet zélf of alléén gemaakt. Bovendien had hij Rietje heel lang geleden duidelijk gemaakt dat hij niks met kinderen had, of wilde hebben. Dus hoe zij, met een baby aan de borst, aan de kost moest komen was gewoon haar probleem, totaal niet het zijne.
Om jou, lezer(es), niet in spanning te laten zitten: ze was slim genoeg om aan voldoende vertaalwerk te komen, terwijl haar familie haar in geval van nood altijd bijgestaan heeft (niet dat Martijn daar iets van wist, wilde weten of hoefde te weten).

Toen Martijn met de vlotte babbel was afgestudeerd, vond hij al snel een baantje als stadsredacteur bij een dorpskrant (het zou eigenlijk dorpsredacteur moeten heten, maar dat was geen goed klinkende naam, dus we houden het op stads-). Aangezien hij als ervaren kroegloper binnen de kortste keren het halve dorp kende, hoeft het geen verwondering te wekken dat in zijn stukken regelmatig die saillante details konden staan, waar lezers wild op zijn, en die de slachtoffers van zijn journalistiek voyeurisme liever niet hadden willen teruglezen.
Tja, maar het was wel allemaal waar, dus wat moet je. De oplage van het lokale sufferdje moest regelmatig verhoogd worden, en binnen een paar jaar was Martijn te groot geworden voor het dorp, dat vond althans de grootsteedse eigenaar van het blaadje.

Ook in zijn nieuwe baan mochten veel kroegen en andere alcohol-schenkende gelegenheden hem regelmatig zien, maar stadsmensen zijn vaak wat terughoudender tegen onbekende rondjesgevers (tot ze volkomen zijn zat-gevoerd en dan verzinnen ze alles bij elkaar voor nog een neut), dus om in zijn nieuwe stukken tot hetzelfde spectaculariteitsgehalte te komen, moest de waarheid af en toe wel eens een beetje verbogen of aangescherpt worden, of werd een half-opgevangen loslippigheid als bewezen zaak opgevoerd. Als journalist mag je je verschuilen achter bronnen die je niet hoeft te noemen, en soms kun je dat ook niet, hè Martijn?

Regelmatig verloor onze droeve held (die zichzelf eigenlijk eerder als driest zou omschrijven, held was wél een goed gekozen woord) zijn sappen in een nieuwe vriendin, tot ook die weer door het vlotte schilletje van intellectueel vormgegeven emoties heenprikte en meer betrokkenheid verwachtte of échte emoties wilde zien. Helaas had Martijn die niet tot zijn beschikking, maar hij kon er oeverloos over lullen, zelfs zonder zich eerst vol te hoeven gieten. Wat Martijn ook goed kon, was zichzelf schoonpraten, als er iemand ergens schuld aan had, dan was hij dat in ieder geval niet, nee, het was altijd de andere partij. Het verbale geweld dat hij dan op die andere partij losliet, was daarvoor overtuigend genoeg. De andere partij omschreef dat vaak als intimiderend of beangstigend, ze ging aan zichzelf twijfelen, en dat kon natuurlijk best wel eens terecht zijn (vond Martijn).

Aangezien ook goden beproefd dienen te worden, kreeg Rietje, zijn ex, de moeder van (hoe heet dat ding ook alweer) eh-Kareltje, een ongeluk, dat niet dodelijk had hoeven aflopen als bekend was geweest dat ze niet tegen narcose kon. Helaas hielp dat haar in een coma en na een paar weken bleek al dat alleen de apparaten om haar heen nog leefden. Dat mochten ze nog een jaar of wat doen, toen werd de stekker eruit getrokken.

De familie van Rietje had dolgraag de opvoeding van Kareltje op zich willen nemen (had dat het grootste deel van de coma-tijd ook gedaan), maar de wet verplichtte Martijn nu om dat te doen (en weigeren was geen optie, want was er niet een samenlevingscontract?). Dat was Martijn allang vergeten, maar goed, als het moest, dan moest het maar. Dus hij deed dat natuurlijk naar beste kunnen, op basis van eigen ervaring. Om het anders te doen zou hem teveel tijd kosten, ik bedoel, zou hem nóg meer tijd kosten.
Volgens mij is die opvoeding als volgt begonnen: "Goed Karel, ook al heb je me nog maar twee keer eerder gezien, ik ben je vader. Dat is goed, want zoals ik ben, zo wil jij ook zijn. De enige manier om te worden zoals ik, is goed op mij letten, precies doen wat ik je zeg en me nooit ergens mee lastig vallen, want daar heb ik geen tijd voor. Als je iets nodig hebt, moet je het maar zeggen, dan koop ik dat wel voor je. Heb je dat begrepen, dan kun je nu gaan slapen. Voor opstaan heb je je eigen wekker, en je weet waar je fiets staat om naar school te gaan. Ik blijf een half uur langer slapen, dus maak geen herrie."
Kareltje een beetje kennend is die er, komende uit een redelijke verstandhouding met zijn moeder (en de afgelopen tijd ook met haar familie), vanuit gegaan dat vader dat vreemde gedrag om goede redenen vertoonde, dus dat hij zijn leven maar het beste volgens de nieuwe regels kon gaan inrichten, vader zou het wel uitleggen op het moment dat hij rijp genoeg geacht werd om de uitleg te begrijpen, zoals moeder dat deed, waarom is die er trouwens niet, kon iemand hem dat uitleggen?

Martijn veranderde niks aan zijn dagritme, Kareltje moest zich maar aan hem aanpassen (magnetron-pizza, veel eieren, supermarktbrood en sloten cola), wist zich onder de meeste ouderlijke plichten (zoals vergaderingen en rapportbesprekingen op school) uit te kletsen, maar had toch het idee dat er iets niet goed zat.
Ach natuurlijk, de laatste vriendin die hem niet waard was, was alweer zeker een maand geleden door hem gedumpt (vanwege van die vage wijvenproblemen met hun emoties en zijn natuurlijk gezag). Misschien moest hij er een van vóór die tijd nog eens opzoeken, misschien waren die inmiddels over hun gekkigheid heen, kon er weer eens goed geneukt worden.

Dat was een van de dingen die hij weer was gaan doen, nadat hij bij Rietje was weggevlucht (hij noemde dat zelf iets anders: ieder zijn eigen verantwoordelijkheid laten dragen), weinig vrijen, veel neuken, want dat was het belangrijkste, dat zijn jongeheer fors tekeer kon gaan en dat de vrouw bij wie hij dat deed hem daarvoor dankbaar was, voor het geschenk van te mogen genieten van zijn lul.
Gelul, dat was het, daar kwam alles op neer.
Bij iedere nieuwe vriendin maakte hij daar betere afspraken over: het ging alleen over sex, en hij maakte uit hoe en wanneer, en soms ook met wie. Triootjes, met twee vrouwen, waarvan hij er maar een kende (die moest de tweede meebrengen, en dat moest een vriendin van haar zijn), en hij was degene die de touwtjes in handen hield. Bijvoorbeeld de onbekende moest hem pijpen, terwijl zijn vriendin hem heftig tongde, of net andersom, zijn fantasie was máteloos, zoals het goden betaamt.

Vorig jaar, vlak voor Rietje dat stomme ongeluk kreeg had hij een vriendin er tijdelijk uit gezet, ze moest haar gestoorde reacties maar op zien te lossen, en daar kreeg ze een dikke maand voor, maar, als ze per se niet zonder de sex met hem kon, dan moest ze maar langskomen als hij in bed lag, mocht ze hem neuken terwijl hij sliep. Aangeboden vanuit de goedheid van zijn hart, om te voorkomen dat zij écht gek werd.
Dat soort afspraken kon hij nu niet meer maken, met dat kind in huis. Hoewel het hem wel geslaagd leek, dat die vrouwen dan naakt rondliepen en ineens schrokken, omdat ze niet met hem alleen waren. Dat zou naderhand alleen maar lekkerder neuken, als hij dat kind naar bed gestuurd had.

Ondertussen moest hij trouwens ook eens nadenken over een verandering van werkkring, want van de stukken die hij schreef, werden er om onzinnige redenen steeds minder geplaatst, en alleen op basisinkomen kon hij (zeker met die dure puber erbij) nauwelijks rondkomen, terwijl het wel steeds meer geld aan rondjes kostte om informatie los te peuteren, of om werk gedaan te krijgen waarvoor hij vroeger alleen maar wat hoefde te smoezen. Bovendien had hij een bepaalde status hoog te houden, wat zouden zijn vrienden wel niet denken als hij minder gul werd of geen stoot meebracht die overduidelijk idolaat van hem was. Zou dat de leeftijd zijn? Wanneer was je ineens overal te oud voor? Nu toch nog niet?
 
 

naschrift

Een tijdje nadat ik dit schreef, kwam mij ter ore, dat een van de 'vriendinnen' een aanklacht had ingediend tegen Martijn. In die aanklacht stond onder andere dat hij zich had schuldig gemaakt aan stalking, intimidatie met de opzet om (voor die vrouw vernederende) sexuele handelingen te doen verrichten, verbale en fysieke aanranding en meerdere gewelddadige verkrachtingen. Als bewijs werden door de camera gedateerde foto's, ingesproken antwoordapparaat-bandjes, tientallen brieven en een kleine honderd e-mails overlegd.
Toen een groot deel van die substantieel belastende materialen door de rechter terzijde werden gelegd (op basis van verklaringen van zogenaamde deskundigen, waarin gesteld werd dat het makkelijk is om data in camera's en e-mails te veranderen, dat het zelfs geen enkele moeite kostte om spook-e-mails te creëren en dat niet onomstotelijk vaststond dat de boodschappen op de bandjes [1] van Martijn-zelf waren en [2] niet in een geluidsstudio waren samengesteld), kortom, toen het bewijs werd teruggebracht tot uitsluitend een paar dozijn brieven, was het duidelijk dat de rechter Martijn níét voor jaren zou doen opsluiten met dwangverpleging.

Tot niemands verwondering bleek dat ook waar te zijn: Martijn kwam met de schrik vrij. Hij kreeg een straat- en contactverbod, werd veroordeeld tot het betalen van de proceskosten en een minimale schadeloosstelling van een paar honderd gulden (toen nog) voor het vervangen van sloten en het aanvragen van een geheim telefoonnummer (Martijn had de onzalige gewoonte midden in de nacht het huis van de vrouw, als zij sliep, binnen te gaan en bij haar in bed te kruipen om sex met haar te bedrijven, en haar bij nacht en ontij telefonisch te belagen).
De rechter baseerde zich op het feit dat de relatie met beider instemming al ongelijkwaardig begonnen was, dat de vrouw in kwestie niet eerder de relatie had beëindigd (terwijl zij in brieven verschillende malen aangegeven had dat te zullen doen), dat de laatste (concrete) fysieke benadering van maanden daarvoor was, dat er geen enkele aangifte was gedaan, en dat de aanklacht pas was ingediend nadat beklaagde, Martijn, een nieuwe relatie was aangegaan, waardoor de motivering op zijn zachtst gezegd onduidelijk was.

Nog vóór die uitspraak hadden een paar kranten lucht van de zaak gekregen en zij behandelden de materie inclusief de gewraakte elektronische bewijzen (maar ook zij hoefden hun bronnen natuurlijk niet bekend te maken). In een aantal artikelen werd aan de hand van een overdaad aan citaten uit brieven, e-mails en geluidsbandjes duidelijk gemaakt dat Martijn V. een gevaar voor de vrouwelijke helft van de bevolking was, en nodig van de straat geplukt moest worden.

Verschillende andere vrouwen kwamen toen ook met hun verhaal naar buiten, omdat zij blijkbaar toch niet zo gek waren als hun dwingeland-vriendje hen in een voortdurende stortvloed van woorden had genoemd als zij niet dit, als zij niet dat, niet zus-of-zo deden, wat hij wilde, omdat dat de normaalste zaak van de wereld zou zijn. De zaak werd opnieuw aanhangig gemaakt, maar nu als een groepsproces.

In een paar van zijn vroegere krante-artikelen (toen hij pas in de grote stadskrant schreef) bleek Martijn over zichzelf te hebben geschreven als een serie-verkrachter van studentes die nooit gepakt was en die voor zijn dood (hij zou zelfmoord hebben gepleegd vóór het verschijnen van het eerste artikel) zijn verhaal wilde doen. Een aantal van de voor de studentes gebruikte voornaam-initiaalcombinaties ("de zwartharige Carla U." - "Wilma J. met de roestbruine krullen") waren identiek aan die van voormalige 'vriendinnen' van Martijn V. (alleen was de Carla een Corrie en heette Wilma in werkelijkheid Wendy, je kon geen duidelijker bewijs van zijn vreselijke fantasie hebben), waarmee hij in feite aangaf te weten niet al te netjes bezig te zijn.
Aangezien er geen link gelegd kon worden met een zelfdoder indertijd die voldeed aan het profiel van de serie- verkrachter, nam de volgende rechter de krante-artikelen als een halve schuldbekentenis mee.
Martijn mocht voor tien jaar op staatskosten schoenen verzolen, zonder de mogelijkheid eerder het gevang te verlaten, hij moest zich vijfentwintig jaar geestelijk laten bekijken en hij werd verplicht tot chemische castratie voor de rest van zijn leven (met bloedcontroles elke drie maanden).

 
 

achternaschrift

Nu, een paar jaar later, begrijpt Martijn nog steeds niet wat hij fout deed. Het is zelfs meer dan dat, hij kan niet geloven dat hij überhaupt iets fout gedaan heeft (misschien heel vroeger ooit, op de lagere school, een klasgenootje voor gek uitgemaakt of zo, of gemeen gespeeld met voetballen), want het enige wat hij wilde was vrouwen gelukkig maken, en hij maakte vantevoren heel duidelijke afspraken daarover, zodat ze zouden weten hoe hij dat wilde doen. En dat was ook de enige manier waarop iets kon gebeuren, volgens zijn regels.
Dat hij die eigen spelregels overschreed (in het begin subtiel, ongrijpbaar, maar naarmate een relatie langer duurde, steeds duidelijker, aanmatigender, tot afzichtelijk grof toe) kón hij blijkbaar niet zien, omdat hij ze voor zichzelf steeds opnieuw formuleerde, en in zijn ogen (zei hij tijdens therapie-sessies) was dat alleen maar om de regels steeds minder voor meerderlei uitleg vatbaar te maken.

De vriendin van dat moment wilde natuurlijk niet meteen flauw zijn, dus ging (met steeds meer weerzin, maar tóch) daarin mee, tot op een bepaald moment de rek er écht uit was.
Vanaf dat moment mondden haar pogingen om tot hem door te dringen steevast uit in ruzies (eerder liet hij die niet eens tot zich doordringen) en verregaande vormen van kinderachtige dwingelandij van zijn kant (wat hijzelf als zijn rechten of haar plichten uit afspraken benoemde), waarna er dan een korte tijd van heftige verzoening was, waarop nog meer strijd volgde, tot zij het uiteindelijk helemaal opgaf.
Meestal was dat pas nadat hij haar van schizofrenie beschuldigd had en dat zo welsprekend, dat zij aan zichzelf ging twijfelen, wat dan weer leidde tot een korte periode van inschikkelijkheid ... tot hij de regels weer ging aanpassen, en er voor haar (voor haarzelf) helemaal geen ruimte overbleef, want "jij bent van mij en hebt zelf niks te willen".

En dat was niet zomaar een opmerking, dat was en is nog steeds zijn volle overtuiging. En dat dat herhaald patroon zou kunnen wijzen op iets in hemzelf, dat is een absurditeit. Met hém was niks mis.

invisibletextandall